Belangrijk nieuws voor de continuïteit van de productie van groene waterstof. Voor het eerst in de geschiedenis wordt waterstof op basis van kernenergie bestempeld als groen. Morgen maakt de Europese Unie deze koerswijziging bekend. De afgelopen jaren is er langdurig gedebateerd over de vraag wanneer waterstof de naam ‘groen’ krijgt. Milieugroeperingen willen dat groene waterstof uitsluitend wordt geproduceerd uit hernieuwbare energie. De voorstanders vinden dat waterstof groen is als het wordt geproduceerd uit stroom die emissievrij is opgewekt.
Waterstof wordt tot op heden paars of roze waterstof genoemd als het wordt geproduceerd met nucleaire energie. De nieuwe richtlijnen voor waterstof geproduceerd met kernenergie maakt deel uit van de herzieningen van de Green Deal. Waterstof op basis van kernenergie wordt voortaan als minder vervuilend beschouwd. Onder de critici bevinden zich activisten die tegen kernenergie zijn en die deze nieuwe vorm van waterstofproductie betitelen als een overwinning voor de nucleaire lobby.
Vooral Frankrijk is voorstander van de koerswijziging. Met 56 operationele reactoren is Frankrijk nog steeds het land met de meeste kerncentrales in Europa. Bijna 65% van de kernenergie wordt gebruikt voor de elektriciteitsvoorziening. Ondanks de vele bouwprojecten voor nieuwe nucleaire centrales over de hele wereld, blijft Europa het belangrijkste continent op het gebied van kernenergie. Door de stroom en warmte van kerncentrales te gebruiken voor de productie van waterstof kan de waterstofprijs flink dalen en zijn aanzienlijk minder windmolens of zonneparken nodig.
Voor Valérie Bouillon-Delporte, directeur van het publiek-private waterstofpartnerschap bij de Europese Commissie, heeft waterstof in Europa een mooie toekomst. De nieuwe zienswijze binnen de Europese Green Deal zal gevolgen hebben voor heel Europa en zal de bouw van nieuwe nucleaire centrales voor de productie van groene waterstof stimuleren. “We moeten eerst duidelijk maken dat waterstof uit kernenergie heel goed past in het hernieuwbare, stabiele en continue energietransport. Het gaat om een koolstofarme energiezekerheid en een vermindering van de CO2-uitstoot in Europa. Onder de Europese landen met nucleaire elektriciteitscentrales vallen onder meer Frankrijk, Slovenië, Zweden, Finland, Spanje, Bulgarije, Hongarije, Tsjechië en Roemenië. Andere lidstaten van de Europese Unie overwegen om nieuwe te bouwen, zoals Polen tegen 2033 en Nederland.”
Een van de argumenten vóór nucleaire waterstof is de aanzienlijke financiële besparing die het transport ervan met zich meebrengt. Waterstof is vanwege zijn samenstelling geschikt om te transporteren via bestaande aardgasleidingen naar de verste uithoeken van Europa. Gas-transport is aanzienlijk goedkoper dan het transporteren van elektriciteit via hoogspanningsmasten.
Lees ook: duitsland-bmw-start-pilot-met-trucks-met-brandstofcel-en-h2-ice