
Nederland: stroomaggregaten op waterstof belangrijk voor emissievrije bouwplaats
In Nederland liggen veel bouwprojecten stil omdat er tijdens de werkzaamheden teveel stikstof wordt uitgestoten. Door een veelvoud aan relatief kleine Natura2000-gebieden en de omliggende milieucirkels lukt het bijna niet meer om nieuwe woningen te bouwen of projecten op het gebied van infrastructuur te starten. De schadelijke uitstoot op de bouwplaats komt hoofdzakelijk van zware voertuigen op fossiele brandstoffen en stroomaggregaten op diesel die bouwterreinen van energie te voorzien. Aggregaten op waterstof kunnen snel een oplossing bieden. Ook bij het opladen van batterij-elektrische voertuigen en bouwmachines. “De eerste en meest eenvoudige stap om snel met waterstof aan de slag te gaan is het traject met stroom-aggregaten. Waterstof erin, 100% emissievrije stroom eruit”, zegt Paul Bombeld, hoofdredacteur van Waterstof Magazine.
Lees het hele verhaal over waterstof-aggregaten via deze link.
Lees ook: hoofdkantoor-gasunie-kleurrijk-verlicht-in-olympisch-waterstofweek

Nederland: hoofdkantoor Gasunie kleurrijk verlicht in Olympisch Waterstofweek
Een kleurrijk tafereel in Groningen. Daar wordt het hoofdkantoor van de Gasunie deze week ‘s avonds kleurrijk verlicht met stroom uit waterstof. Het gebouw met de bijnaam ‘apenrots’ wordt in de schijnwerpers gezet door het bedrijf Watermeln dat stroomaggregaten op waterstof ontwikkelt.
Het project bij de Gasunie in Groningen maakt onderdeel uit van de Olympische Waterstofweek die deze week door de Gasunie voor haar 1800 medewerkers wordt georganiseerd. Zodra het donker wordt licht het Gasuniegebouw deze week in het oranje op door schijnwerpers en lasers. Op het gebouw wordt de tekst ‘samen maken we Nederland Missie H2’ geprojecteerd. De Gasunie wil de aandacht vestigen op ontwikkelingen rondom waterstof in Nederland.
„Waterstof moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de verduurzaming van onze energievoorziening”, zegt Michiel Bal van de Gasunie in de lokale media. “Het voordeel van waterstof is dat het geen CO2, stikstof en fijnstof uitstoot. Er zijn al een hoop ontwikkelingen gaande, en Nederland zou - met het landelijke netwerk, de Noordzee en de zeehavens - maar zo eens hét waterstofland van de wereld kunnen worden”. Volgende maand gaat de eerste schop de grond in voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk.
Verschillende topsporters reizen deze week af naar Groningen om de ‘Olympische waterstofweek’ een boost te geven. Zij spreken en presenteren zich in de hal van het Gasuniegebouw, waar een grote opstelling rond waterstof en de Olympische Spelen is geplaatst. Sportievelingen kunnen een rondje maken op een waterstoffiets en lekkerbekken kunnen genieten van een hamburger, natuurlijk gebakken op waterstof.
Jeff Wezel van waterstof-aggregatenbedrijf Watermeln laat aan Waterstof Magazine weten dat voor het verlichtingsproject een demonstratie-waterstofaggregaat van 5,5 kW wordt gebruikt. Omdat de piekvraag van de lampen aanzienlijk hoger is dan het demo-apparaat kan leveren, wordt in de proeffase nog gebruik gemaakt van tussentijdse energieopslag in een batterij. Deze is eerder die dag opgeladen met het demo-aggregaat. Voor Watermeln is dit een tussenstap. Eind dit jaar heeft het bedrijf een stroom-aggregaat van 200 kW beschikbaar. “De markt is er klaar voor”, laat Wezel weten. “We hebben al diverse serieuze aanvragen van bedrijven en projecten voor begin 2024. De komende maanden ontwikkelen we vol vertrouwen verder aan de opschaling van deze nieuwe technologie. Eind dit jaar of begin volgend jaar treden we hiermee naar buiten.”
De Gasunie en zeven andere toonaangevende bedrijven uit de waterstofketen werken met TeamNL samen in het project Missie H2, met als doel om samen met de overheid en een groot aantal Nederlandse bedrijven een volledig functionerende waterstofmarkt in 2030 te hebben ontwikkeld. De samenwerking duurt in ieder geval tot aan de Olympische en Paralympische Spelen in de zomer van 2024 in Parijs.
Kijk naar de video met het feestelijk verlichte Gasunie-kantoor via deze link
Lees ook: parker-hannifin-breidt-range-aan-waterstofproducten-steeds-verder-uit

Wereld: Parker Hannifin breidt range aan waterstofproducten steeds verder uit
We hebben het steeds vaker over waterstof en ook steeds vaker in combinatie met actie. Er komt een stroomversnelling van realisaties aan. Zijn we daar klaar voor? Parker Hannifin in ieder geval wel.
Waterstof wordt een steeds aantrekkelijkere optie voor veel bedrijven die hun uitstoot willen verminderen. Parker Hannifin, wereldwijd marktleider in aandrijvings- en besturingstechnologieën voor industriële en mobiele markten (en al actief op de waterstofmarkt tijdens de landing van de Apollo 11 op de maan), heeft een brede range aan waterstofproducten ontwikkeld. ondersteund door productie-, opslag-, distributie-, gebruiks- en brandstofceloplossingen.
Het H2-assortiment van Parker omvat kleppen, filters, manifolds, vloeistofregelaars, hogedrukslangen, connectoren en afdichtingsoplossingen voor alle waterstoftoepassingen.
Ontdek op de website hoe Parker u kan helpen om een betere toekomst mogelijk te maken.
U bent welkom bij Parker Hannifin
Lees ook: totalenergies-opent-eerste-waterstoftankstation-in-bettembourg

Luxemburg: TotalEnergies opent eerste waterstoftankstation in Bettembourg
Luxemburg heeft zijn eerste waterstoftankstation. Gisteren is de tanklokatie officieel geopend door François Bausch (vicepremier, minister van Mobiliteit en Openbare Werken), Claude Turmes (minister van Energie) en Joëlle Welfring (minister van Milieu, Klimaat en Duurzame Ontwikkeling). In aanwezigheid van vertegenwoordigers van CFL multimodal, TotalEnergies Marketing Luxemburg, WaterstofNet en de Europese Commissie is het eerste waterstoftankstation in het land officieel ingehuldigd.
Het eerste openbare waterstoftankstation in Luxemburg bevindt zich in de industriezone Wolser A in Bettembourg, bij de beveiligde vrachtwagenstopplaats CFL Eurohub Sud (of 'CRS' in het Frans) en wordt uitgebaat door TotalEnergies. Het tankstation biedt waterstof aan onder 350 en 700 bar en is daarmee geschikt voor personenauto’s en zware voertuigen als vrachtwagens en bussen.
Minister van Energie, Claude Turmes, is verheugd met de opening van het eerste waterstofstation: “Groene waterstof is een belangrijk element in onze strategie om het transport koolstofvrij te maken; het is een veelbelovend alternatief in bepaalde sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn door directe elektrificatie, zoals als de sector zware voertuigen. Voor dit allereerste H2-station in Luxemburg is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het alleen hernieuwbare waterstof verkoopt.”
Antoine Tournand, Directeur Waterstof bij TotalEnergies Marketing & Services laat op de openingsdag weten : “Dit nieuwe station in Bettembourg is een centrale schakel in het netwerk van ruim 100 waterstofstations voor zware voertuigen dat we samen met Air Liquide willen bouwen op belangrijke Europese kruispuntcorridors en die zal bijdragen aan het koolstofvrij maken van het vrachtvervoer in Europa.
“H2Benelux, geïnitieerd en gecoördineerd door WaterstofNet, is een project van cruciaal belang omdat het de 3 lidstaten van de Benelux met elkaar verbindt door 8 waterstoftankstations te installeren op de meest strategische locaties. Vanaf nu kunnen waterstofvoertuigen in elk Benelux-land worden getankt. Het is een eer om TotalEnergies en de Luxemburgse regering te feliciteren met dit eerste waterstoftankstation”, zegt Adwin Martens, Chief Strategy Officer van WaterstofNet .
Het station werd gebouwd met steun van het H2Benelux -project, gecoördineerd door WaterstofNet, en onderdeel van het Connecting Europe Facility (CEF)-programma (uitgevoerd door CINEA).
Lees ook: zwaar-beladen-daimler-truck-rijdt-1047-km-op-een-tanklading-waterstof

Duitsland: zwaar beladen Daimler Truck rijdt 1047 km op één tanklading waterstof
Een doorbraak bij de ontwikkeling van vrachtauto’s op waterstof. Daimler Truck meldt zojuist een langeafstandsrecord te hebben gevestigd mijn de GenH2 Truck. Het testmodel, een prototype dat is goedgekeurd voor de openbare weg, heeft 1047 kilometer afgelegd met één vulling vloeibare waterstof. Daimler Truck meldt dat daarmee is aangetoond dat waterstof de juiste oplossing is voor zwaar transport op lange afstanden.
Aangedreven door een celcentrisch brandstofcelsysteem en uitgerust met een brandstoftank voor vloeibare waterstof, begon de proefrit gistermiddag (25-9-2023) bij het klantencentrum van Mercedes-Benz Trucks in Woerth am Rhein en eindigde op vanochtend in de Duitse hoofdstad Berlijn. De truck voltooide de rit volledig beladen en had een totaalgewicht van 40 ton onder reële omstandigheden. Gedurende de hele rit werd er geen CO2 uitgestoten. De recordrit met verzegelde tanks en gecontroleerde kilometerstand is onafhankelijk bevestigd door een inspectiedocument van TÜV Rheinland.
Samen met Rainer Müller-Finkeldei, hoofd productontwikkeling van Mercedes-Benz Trucks, stuurde Petra Dick-Walther, staatssecretaris van Economische Zaken van Rijnland-Palts, de waterstoftruck gisteren op reis: “Vandaag is een geweldige dag! Een vrachtwagen op waterstof vertrekt van Rijnland-Palts helemaal naar Berlijn. We zijn er trots op dat een dergelijke verreikende innovatie uit Rijnland-Palts komt en in de fabriek in Woerth is ontwikkeld en getest. Dit getuigt van de innovatieve geest van Rijnland-Palts en zal de transportsector voorgoed veranderen. Het markeert een mijlpaal in de transformatie en het koolstofvrij maken van de transportsector – dankzij nieuwe technologieën.”
Vanmorgen reed Andreas Gorbach, lid van de raad van bestuur van Daimler Truck AG, hoofd Truck Technology, de truck over de finish in de Ministergarten in Berlijn: “Om het transport koolstofvrij te maken, hebben we zowel batterij-elektrische als aandrijftechnologieën op waterstof. De beste keuze voor brandstofceltrucks ligt in flexibele en veeleisende transporttaken over lange afstanden. Door met één tankbeurt de grens van 1.000 kilometer te overschrijden, hebben we nu op indrukwekkende wijze aangetoond: waterstof in vrachtwagens is allesbehalve gebakken lucht, en we boeken zeer goede vooruitgang op de weg naar serieproductie. Tegelijkertijd herinnert ons record van vandaag ons eraan dat het CO2-vrij maken van transport naast de juiste aandrijftechnologieën nog twee andere factoren vereist: een groene energie-infrastructuur en concurrerende kosten in vergelijking met conventionele voertuigen."
Voorafgaand aan de run werd de Mercedes-Benz GenH2 Truck van brandstof voorzien met vloeibare waterstof bij het tankstation van Daimler Truck in het ontwikkelings- en testcentrum van het bedrijf in Woerth. Tijdens het tanken werd cryogene vloeibare waterstof van min 253 graden Celsius afgevuld in twee tanks van 40 kg die aan weerszijden van het vrachtwagenchassis zijn gemonteerd. Dankzij de bijzonder goede isolatie van de voertuigtanks kan de waterstof zonder actieve koeling voldoende lang op deze lage temperatuur worden gehouden. Beide tanks werden vóór de start van de #HydrogenRecordRun door TÜV Rheinland verzegeld.
Daimler Truck geeft de voorkeur aan vloeibare waterstof bij de ontwikkeling van aandrijvingen op waterstofbasis. In deze vloeibare vorm heeft de energiedrager een aanzienlijk hogere energiedichtheid in verhouding tot het volume vergeleken met gasvormig waterstof. Hierdoor kan er meer waterstof in de tanks meegenomen worden, wat de actieradius aanzienlijk vergroot. Het voertuig levert daarmee prestaties die vergelijkbaar zijn met die van een conventionele dieseltruck.
Lees ook: waterstof-medailles-voor-rob-castien-resato-en-alice-krekt-nlhydrogen

Nederland: waterstof-medailles voor Rob Castien (Resato) en Alice Krekt (NLHydrogen)
Rob Castien, CEO van Resato Hydrogen Technology, heeft afgelopen weekend op het evenement New eMMergy een waterstofmedaille in ontvangst genomen. De prijs wordt hem toegekend door de initiatiefnemers van Missie H2 voor zijn uitzonderlijke inzet om waterstofontwikkelingen enthousiast en positief te ondersteunen. Castien is directeur van het Nederlandse bedrijf Resato, een van de beste en grootste fabrikanten van waterstoftankstations in Europa. De medaille is uitgereikt door Erwin Jongh van Zero Emission Champion Toyota Nederland en Marit Bouwmeester, Olympisch kampioen zeilen.
Na zijn bachelor Mechanical Engineering bleef Castien gefascineerd door hoog-technologische engineering- en productie-uitdagingen, bij voorkeur in internationale omgevingen. In het Drentse bedrijf Resato International, waarvan Rob directeur en eigenaar werd, vloeiden deze domeinen soepel samen. In de jaren daarna leidde zijn innovatieve en business-denken tot een gestage groei van het Drentse bedrijf, dat zich tegenwoordig volledig richt op duurzame technologie, met een zware focus op waterstof. Resato wil met haar ‘hydrogen refueling stations’ de mobiliteitssector actief ondersteunen in de versnelde transitie naar een emissievrije toekomst.
Resato is een van de pioniers in het bouwen van snijmachines met behulp van hogedruktechnologie. De competenties van werken met extreem hoge druk bleken al snel een uitstekende basis om aan de slag te gaan met de ontwikkeling van een eigen lijn waterstofvulstations. In 2016 bracht Resato het eerste eigen waterstoftankstation in productie, dat is geïnstalleerd bij de firma Holthausen in Hoogezand. Deze nog kleinschalige vulpunten boden Resato een springplank voor de doorontwikkeling van haar technologie naar het eerste grote publieke waterstoftankstation in Den Haag. Dit tankstation, dat in 2021 officieel in gebruik werd genomen, levert dagelijks al zo’n 500kg waterstof aan onder meer personenauto’s en taxi’s. Het is hiermee één van de meest gebruikte tankstations in Europa, met een bewezen zeer hoge betrouwbaarheid. Ook buiten Nederland krijgt Resato inmiddels voet aan de grond, met vulstations in België, Zweden en Duitsland. Missie H2 is van mening dat de onstuitbare drive van Rob Castien hierin de bepalende factor is. Voor Missie H2 alle reden om de gouden waterstofplak uit te reiken aan Rob Castien.
Eerder deze maand kreeg Alice Krekt, directeur van NLHydrogen, een waterstofmedaille. Na een studie Sociale Geografie in Utrecht ging Krekt aan de slag bij Havenbedrijf Rotterdam, waar zij het toekomstbelang al inzag van grootschalige productie, import en distributie van waterstof. Na diverse functies bij advies- en ingenieursbureau Arcadis was Alice programmadirecteur Climate Program van Deltalinqs, dat zij na zeven succesvolle jaren verruilde voor de directie van NLHydrogen. Deze belangenorganisatie is de kartrekker van de Nederlandse waterstofsector
In april van dit jaar ging de nieuwe branchevereniging voor de Nederlandse waterstofsector ‘NLHydrogen’ van start, met Alice Krekt als eerste directeur. De nieuwe branchevereniging is de opvolger van H2Platform, dat zich toelegde op het stimuleren van innovatieve activiteiten en het delen van kennis op gebied van waterstof. NLHydrogen positioneert zich breder en proactiever dan haar voorganger en blaakt van ambitie en energie om Nederland tot hét waterstofland te maken. Daarin wil zij initiator, stimulator en vertegenwoordiger zijn van de Nederlandse waterstofsector.
Lees ook: rotterdam-the-hague-airport-investeert-in-waterstofopslag-voor-vliegtuigen

Nederland: Rotterdam The Hague Airport investeert in waterstofopslag voor vliegtuigen
De luchthaven van Rotterdam / Den Haag treft voorbereidingen om in de toekomst emissievrij te kunnen vliegen. Op het luchthaventerrein wordt een opslagplek voor waterstof ontwikkeld om in een vroeg stadium proefvluchten op H2 te kunnen faciliteren. Als eerste stap wordt hiervoor een vergunning aangevraagd die onderdeel is van de bestaande milieuvergunning.
Het regionale vliegveld denkt dat de verduurzaming van de luchtvaart zich concentreert op drie mogelijke richtingen. Ten eerste duurzame luchtvaartbrandstoffen – brandstoffen die bijgemengd kunnen worden in bestaande vliegtuigen. Ten tweede batterij-elektrisch vliegen – waarbij accu’s als energiedrager in het vliegtuig gebruikt worden. En ten derde groene waterstof – een duurzamere energiedrager waar vliegtuigontwikkeling op inzet. Voor Rotterdam The Hague Airport zijn alle drie de richtingen relevant, echter de focus is op waterstof aangezien dit een belangrijk speerpunt is in de regio Rotterdam. Zo zet de Rotterdamse haven bijvoorbeeld vol in op het produceren en importeren van waterstof. Om de waterstof-aangedreven vliegtuigen in de toekomst te kunnen faciliteren op luchthavens zijn aanpassingen aan de infrastructuur en operatie op de luchthaven noodzakelijk.
De airport start dit jaar met de ontwikkeling van een opslagfaciliteit en bijbehorende tank voor 125 liter vloeibare waterstof. Vervolgens komt er een proef waarbij de HYDRA-II drone van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium zal vliegen op waterstof. De HYDRA-II drone wordt gebruikt als test platform voor vliegen op waterstof. De drone wordt in dit onderzoekstraject gezien als ‘vliegtuig’ om te ervaren welke operationele aspecten er komen kijken bij waterstof-aangedreven vliegtuigen en bij het opslaan van waterstof op het luchthaventerrein. In een latere fase kan de opslagfaciliteit gebruikt worden door andere partijen die vliegtuigen ombouwen naar waterstof-aangedreven vliegtuigen, zoals het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, AeroDelft en de TU Delft. De eerste proef maakt onderdeel uit van het Europese Green Deal programma TULIPS.
Er is in opdracht van Rotterdam The Hague Airport onderzoek gedaan door Royal HaskoningDHV naar de veiligheidsafstanden t.o.v. de opslagfaciliteit en tankwagen, waaraan voldaan dient te worden ten opzichte van gebouwen en locaties in de omgeving. Deze afstanden blijven binnen de inrichtingsgrens en voldoen hiermee aan het actuele landelijke en lokale toetsingskader.
Daarnaast zijn de opslagfaciliteit en bijbehorende tank reeds uitvoerig getest bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in Marknesse. De installatie ligt op ruime afstand van overige activiteiten en de luchthavenbrandweer zal in de komende periode specifieke trainingen volgen op het gebied van waterstof.
Om de opslagfaciliteit te kunnen ontwikkelen en de bijbehorende proeven te kunnen starten, is een ‘wijziging omgevingsvergunning milieu’ nodig, welke onderdeel is van de bestaande milieuvergunning. Het vliegveld heeft de aanvraag voor deze vergunning ingediend bij de Gemeente Rotterdam en hoopt per begin 2024 te kunnen starten met de eerste ontwikkelingen op het gebied van waterstof.
Lees ook: nederland-125-miljoen-subsidie-voor-nieuwe-waterstoftankstations-en-vrachtauto-s

Nederland: 125 miljoen subsidie voor nieuwe waterstoftankstations en vrachtauto’s
De Nederlandse regering heeft vanochtend bekend gemaakt dat er 125 miljoen euro wordt uitgetrokken voor zware mobiliteit op waterstof. Transportbedrijven kunnen tot 80% subsidie krijgen bij de aanschaf van vrachtauto’s op waterstof, waterstoftankstations krijgen maximaal 40% subsidie. De overheidsbijdrage is bedoeld voor projecten waar een nieuw waterstoftankstation wordt gebouwd, waar vervolgens 10 tot 15 vrachtauto’s gaan tanken. De bedoeling is om direct een gezonde exploitatie te krijgen.
Transportbedrijven in Nederland staan voor flinke uitdagingen. De overheid wil dat ze gaan verduurzamen, terwijl het land kampt met ernstige capaciteitsproblemen op het stroomnet. Grootschalig overschakelen op batterij-electrische vrachtauto’s is de komende jaren voor de transportsector in Nederland niet mogelijk. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat adviseert staatssecretaris Vivianne Heijnen daarom waterstof ruimhartig te ondersteunen om de verduurzaming van de transportsector niet te laten stilvallen. Met het geld worden ongeveer 40 nieuwe waterstoftankstations gebouwd en gaan duizenden vrachtauto’s rijden op waterstof.
“Door subsidie te verlenen voor de combinatie tankstation en de voertuigen die moeten tanken, komt er een einde aan de kip-ei discussie of je eerst tankstations moet hebben zodat er getankt kan worden, of eerst auto’s zodat je daarna een rendabel tankstation kunt bouwen”, aldus staatssecretaris Heijnen. De tankstations moeten wel aan verschillende voorwaarden voldoen. Ze moeten openbaar zijn en toegankelijk voor personenauto’s en vrachtauto’s.
Heijnen: „Waterstof kan hiermee echt gaan doorbreken. De belofte van waterstof is er al jaren. Zeker voor ondernemers die over langere afstanden schoon willen rijden met een zwaardere auto, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan waterstof ideaal zijn. Maar dan moeten er wel tankstations zijn en moet er genoeg te kiezen zijn voor ondernemers. Het wordt tijd dat we ervoor zorgen dat waterstof zijn belofte in gaat lossen.”
Het kabinet handelt daarmee in lijn met de Europese doelstellingen. “Europa eist dat er in 2030 langs alle Europese hoofdsnelwegen waterstoftankstations te vinden zijn. Voor ons land moeten dat er minimaal 30 zijn, verspreid over het hele land. Europa stelt eisen aan deze stations, bijvoorbeeld qua grootte, capaciteit en toegankelijkheid, daar gaan we dus aan voldoen”, aldus Heijnen.
Vanaf maart 2024 kunnen ondernemers de subsidie aanvragen. Bij iedere aanvraag moet minimaal één tankstation zitten.
Foto: de eerste Mercedes Benz vrachtauto op waterstof tankt bij het grote waterstoftankstation van Kuster in Doetinchem
Lees ook: canada-proef-met-eerste-trein-op-waterstof-in-canada-loopt-ten-einde

Canada: proef met eerste trein op waterstof in Canada loopt ten einde
De Coradia iLint, de eerste passagierstrein ter wereld op waterstof, heeft de proefperiode in het oosten van Canada bijna afgerond. Drie maanden lang heeft de trein op proef gereden op de spoorverbinding tussen Montmorency Falls in Quebec City naar Baie-Saint-Paul. "Ik denk dat belangrijkste conclusie zal zijn dat dat een waterstoftrein emissievrij rijdt en uiterst comfortabel reist”, meldt Robert Stasko, uitvoerend directeur van de Hydrogen Business Council in Ontario in de regionale media.
De waterstoftrein overbrugt de afstand van 100 km tussen de twee steden in 2,5 uur, heeft een topsnelheid van 140 km/u en kan tot 120 personen vervoeren. Het Franse bedrijf Alstom, dat de trein heeft geproduceerd, zegt dat de acceleratie- en remprestaties vergelijkbaar zijn met die van standaardtreinen met dieselmotoren, maar dan zonder schadelijke uitstoot. Terwijl een groot deel van Europa treinen gebruikt maakt van elektrische treinen en een bovenleiding, zijn waterstoftreinen ideaal voor gebieden als het Canadese platteland, met zijn lange afstanden en relatief lage woon-werkverkeerdichtheid. Fabrikant Alstom meldt dat Europese klanten al 41 treinstellen hebben besteld.
De Coradia iLint verbruikt voor de Canadese ritten ongeveer 50 kilogram waterstof per dag. Tijdens de reis stoot de H2-trein alleen waterdamp uit. Voor dezelfde reis met een standaardmotor zou ongeveer 500 liter dieselbrandstof worden verbrand.
Maar in de Canadese pers worden ook kritische kanttekeningen geplaatst bij de proef in Canada. Ten eerste is er een vrachtwagen op diesel nodig om de waterstof naar de trein te transporteren en er zijn ook veel schadelijke stoffen uitgestoten tijdens het transport van de trein van Europa naar Canada.
Kritiek dat dit slechts voor een proefperiode van slechts drie maanden is, is niet terecht. De trein zal na zijn zomerdemo in Canada doorreizen naar andere Noord-Amerikaanse steden. Het doel is om meer gebieden voor treinen op waterstof te interesseren. In het gebied ten noorden van Quebec rijdt de trein voor het laatst op zaterdag 30 september.
Lees ook: spanje-waterstoffabriek-in-lloseta-op-mallorca-kampt-met-technische-problemen

Schrijf u nu in voor de GRATIS nieuwsbrief van Waterstof Magazine

Interesse?
Schrijf u direct in voor deze gratis nieuwsbrief via deze link.

Spanje: waterstoffabriek in Lloseta op Mallorca kampt met technische problemen
Een domper voor de initiatiefnemers van een fabriek voor groene waterstof in Lloseta op Mallorca. Een jaar na de grootse inhuldiging wordt er nog steeds geen waterstof geproduceerd. De reden is een fout van het Amerikaanse bedrijf Accelera in het ontwerp van de electrolyse-unit. Mallorca is niet het enige slachtoffer, het bedrijf geadviseerd alle fabrieken waarin het defecte onderdeel is geïnstalleerd stop te zetten.
De gevolgen voor het Spaanse eiland zijn groot. De fabriek op het terrein van de voormalige cementfabriek van Cemex in Lloseta moest tot 300 ton waterstof per jaar produceren. Er is 50 miljoen euro in de bouw geïnvesteerd. De hoofdstad Palma heeft vervolgens miljoenen euro’s geïnvesteerd in vijf bussen die moeten gaan rijden op waterstof. Daarnaast staat er een H2-tankstation om de bussen te vullen. Omdat er is geen andere waterstof beschikbaar is staan de vijf bussen al langere tijd stil.
De boosdoener is een ontwerpfout in de elektrolyse-unit die tot op de dag van vandaag niet is opgelost. Dit centrale component splitst water in waterstof en zuurstof. Naast Mallorca hebben tientallen andere waterstoffabrieken wereldwijd last van het ondeugdelijke onderdeel. Het oplossen kan volgens de fabrikant wel 6 tot 9 maanden duren.
Een wisseling van de politieke macht op het eiland helpt ook niet mee om snel een oplossing te vinden. De nu regerende Volkspartij beschuldigd de vorige linkse regering van het verzwijgen van de problemen. Daardoor is niet oplossingsgericht gereageerd. De waterstof op Mallorca moet in eerste instantie worden ingezet voor de mobiliteit en dan vooral voor de vijf stadsbussen in Palma. In de beginfase was bekend dat ze de groene energie uit Lloseta niet konden gebruikten, maar dat werd niet openbaar gemaakt. Over de aanvoer van cilinders waterstof vanaf het vaste land heerst ook politieke onduidelijkheid. Inmiddels lopen de maandelijkse verliezen op tot zo’n 30.000 euro.
Het huidige partijconflict dreigt de potentie van de nieuwe vorm van energie, waarmee de Balearen, maar ook heel Spanje, voorop willen lopen in de energietransitie, te overschaduwen. De voorzitter van de Kamer van Ingenieurs op de Balearen bevestigt de problemen, maar ook het potentieel van waterstof. “Bij dit soort innovatieve projecten is het normaal dat in het begin niet alles volgens plan verloopt . Gezien de complexiteit was het echter raadzaam geweest een andere adviserend ingenieur in te schakelen.”
Lees ook: ford-trucks-en-ballard-ontwikkelen-brandstofcelsysteem-voor-44-tons-vrachtauto-2

Europa: Ford Trucks en Ballard ontwikkelen brandstofcelsysteem voor 44-tons vrachtauto
Vrachtwagenfabrikant Ford Trucks en het Canadese bedrijf Ballard Power Systems, dat gespecialiseerd is in brandstofcel- en waterstoftechnologie, gaan een samenwerking aan. De bedrijven gaan gezamenlijk het F-Max-model vrachtauto van 44 ton op waterstof overzetten. Deze truck wordt door transporteurs veelvuldig ingezet op internationale routes in Europa. Dit wordt het grootste voertuig van Ford op waterstof.
Deze samenwerking opent de deur voor Ford om deel te nemen aan het ZEFES-project, dat wordt gefinancierd door het Horizon Europe-programma. Het project, gepland voor 2025, test negen verschillende zware emissievrije voertuigen, waarvan vier op waterstof en vijf elektrische batterijvoertuigen. De tests zullen plaatsvinden op het Europese TEN-T vervoersnetwerk. Het project heeft tot doel het vermogen van voertuigen te testen. Met minimaal 40 ton moeten deze meer dan 1 miljoen kilometer afleggen op de internationale wegen. De dagelijkse afstanden liggen tussen de 500 en 750 kilometer.
De overeenkomst tussen Ford Trucks en Ballard Power Systems omvat een order voor twee 120 kW brandstofcellen voor Ford Trucks geleverd door Ballard later dit jaar. Als de ontwikkeling van een zware truck voorspoedig verloopt gaan Ford en Ballard de samenwerking intensiveren. De voertuigen worden ontwikkeld en gebouwd in een bestaande fabriek van Ford in Turkije.
Zware bedrijfsvoertuigen spelen een cruciale rol in de CO2-uitstoot in Europa en daarom is de ontwikkeling van nieuwe technologieën zoals waterstof een noodzakelijke stap in de richting van het bereiken van de gestelde milieudoelstellingen.
Lees ook: nieuwe-platen-in-brandstofcellen-maken-waterstofauto-s-goedkoper-2

Duitsland: nieuwe platen in brandstofcellen maken waterstofauto’s goedkoper
Het Duitse bedrijf Schaeffler meldt dat het bedrijf nieuw bipolaire platen voor brandstofcellen heeft ontwikkeld die een hoger rendement leveren dan traditionele platen. De platen van Schaeffler hebben een hogere vermogensdichtheid, gaan langer mee en kunnen in massa worden geproduceerd. Omdat het brandstofcelsysteem in belangrijke mate de prijs van voertuigen op waterstof bepaalt, is de verwachting dat deze aanzienlijk goedkoper zullen worden.
De nieuwe generatie bipolaire platen van Schaeffler maakt gebruik van een aanpak die bekend staat als Design for Manufacturing (DFM). Het Duitse bedrijf put uit zijn jarenlange ervaring en knowhow op het gebied van het stempelen en vormen van metalen. Het bedrijf heeft een hoger niveau van precisie bereikt bij het stempelen van de ultrafijne structuren die nodig zijn op het oppervlak van de platen. Daarna worden de platen voorzien van een nieuw coatingproces om de levensduur van brandstofcellen te verlengen. Het doel van de coatings is om gedurende de hele levensduur van de stack een hoog niveau van elektrische geleidbaarheid te behouden. Brandstofcellen die met de nieuwe platen zijn vervaardigd hebben een vermogensdichtheid die ongeveer 20% hoger is dan die van de cellen die zijn vervaardigd met platen van de vorige generatie. Elke plaat heeft ongeveer het formaat van een DIN A4-papier en weegt slechts 60 gram. Ongeveer 400 platen maken het mogelijk een vermogen van ongeveer 140 kW (190 pk) te leveren.
De volgende stap van Schaeffler is de voorbereiding op grootschalige industrialisatie. Daarbij wordt samengewerkt met het Franse waterstofbedrijf Symbio. Samen is een proeffabriek in Frankrijk opgezet om de nieuwe platen onder de naam Innoplate te produceren in oplagen van enkele tienduizenden eenheden voor gebruik door voertuigfabrikanten in prototypes en kleine series.
De fabriek is ontworpen om ook grote platen te produceren voor grote elektrolysers, die groene waterstof produceren via elektrolyse. Tegen 2030 wil de joint venture jaarlijks ongeveer 50 miljoen bipolaire platen produceren in een fabriek die werkgelegenheid biedt aan meer dan 120 mensen.
Lees ook: keyou-komt-met-een-pay-per-use-model-voor-trucks-op-waterstof

Duitsland: Keyou komt met een pay-per-use-model voor trucks op waterstof
De Duitse startup Keyou biedt haar waterstoftrucks aan voor een vast bedrag per kilometer. In tegenstelling tot de gebruikelijke koop- of leasingovereenkomsten, verhuurt Keyou de eerste acht vrachtwagens en rekent een vast tarief per kilometer op basis van de jaarlijkse kilometerstand. Naast de voertuighuur omvat het pakket onderhoud en service, verzekeringen en zelfs waterstof. Alle service- en garantiewerkzaamheden worden verzorgd door Keyou zelf of partnerwerkplaatsen.
"Met het nieuwe verhuurconcept wil Keyou de overstap naar waterstof vereenvoudigen”, zegt CEO Thomas Korn. “Met dit aanbod willen we mogelijke zorgen van klanten over een nieuwe technologie wegnemen. Ons bedrijf ontwikkelt verbrandingsmotoren op waterstof voor zware voertuigen zoals vrachtwagens en bussen. In de opstartfase ligt de focus alleen op trucks.
Het bedrijfsmodel van Keyou, gevestigd in de Duitse stad München, gaat zich richten op het ombouwen van zowel nieuwe als bestaande voertuigen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een bestaand chassis en bestaande motoren van grote fabrikanten. Het eerste voertuig op waterstof is omgebouwd door Paul Nutzfahrzeuge GmbH, een van de toonaangevende Europese fabrikanten van gespecialiseerde voertuigen. Het volledige conversieproces voor de eerste acht voertuigen die inmiddels zijn besteld duurt naar schatting ongeveer 14 dagen per vrachtwagen.
“Maar dit gaat de komende jaren veranderen”, zegt Thomas Korn. "We streven ernaar de ombouwtijd terug te brengen tot enkele dagen, naarmate de processen worden geoptimaliseerd en er ervaring wordt opgedaan."
Het bedrijf ziet een enorm marktpotentieel, aangezien er de komende jaren wereldwijd miljoenen dieselvoertuigen zullen worden geproduceerd, die vervolgens kunnen worden omgebouwd naar waterstof. Vanaf eind dit jaar gaan de eerste vrachtauto’s met een waterstofverbrandingsmotor rijden. Keyou streeft ernaar om in de tweede helft van 2024 te beginnen met het seriematig ombouwen van bestaande voertuigen.
Lees ook: emissievrije-stadsdistributie-met-scooters-op-waterstof-in-regio-parijs

Frankrijk: emissievrije stadsdistributie met scooters op waterstof in regio Parijs
In Issy-les-Moulineaux, een plaats in het zuidwesten van de metropool Parijs loopt een proef met scooters op waterstof. De voertuigen op drie wielen worden tot eind 2025 ingezet om emissievrij bestellingen te bezorgen van zes winkels en hypermarkten. De scooters zijn ontwikkeld door start-up VUF uit de Gironde en Pragma Industries uit Biarritz. Dit laatste bedrijf heeft ervaring met fietsen op waterstof. De vier waterstofscooters zijn onderdeel van het project Hy'Novation. Een vijfde exemplaar wordt eind dit jaar toegevoegd aan de test.
De zes bedrijven die de scooters meerdere jaren gaan inzetten zijn hypermarkt Auchan, Biocoop, Terre & Fourchette, Nina Metayer, Atelier Mathilde en Terre et Tendance. De voertuigen kunnen tanken bij het waterstoftankstation voor personenauto’s en vrachtauto’s van Hype aan de Boulevard Garibaldi. Het project heeft een doorlooptijd van meerdere jaren en kost in totaal 250.000 euro.
De scooters van Pragma en VUF zijn verkrijgbaar in twee varianten, een compacte die een lading van 100 kg kan dragen en een XXL-versie voor een lading tot 150 kg. De fabrikant claimt een actieradius van 70 km en noemt dat veel meer dan de 40 km van een batterij-elektrische. Volgens de leveranciers zijn dit de eerste scooters ter wereld die rijden zonder batterij en met een brandstofcel die rechtstreeks door waterstof wordt aangedreven. De scooter heeft een waterstofcilinder van 3 liter bij 300 bar en een brandstofcel van 500 W gekoppeld aan supercondensatoren, voor een gegarandeerd lithiumvrij voertuig.
“Door naar onze klanten te luisteren, realiseerden we ons dat de autonomie van onze scooters op batterijen een groot probleem voor hen is”, zegt Thomas Chenut, oprichter en CEO van VUF Bikes. “Last mile-spelers moeten een groot verzorgingsgebied kunnen bestrijken: 4 tot 5 km rond de hub over aanzienlijke tijdvakken. Waterstof is dan een goede oplossing. Dankzij onze samenwerking met Pragma Industries zijn we erin geslaagd om de autonomie van onze scooters te vergroten en tegelijkertijd het gewicht flink te verminderen, in vergelijking met het gewicht van lithiumbatterijen.”
De scooters op waterstof rijden niet alleen in Issy-les-Moulineaux, maar ook in havenstad La Rochelle aan de westkust. Daar worden twee XXL-scooters ingezet bij de stadsdistributie. Pragma en VUF Bikes hebben nog 15 exemplaren in productie die de komende jaren voornamelijk worden ingezet in en rond Parijs.
Lees ook: uniper-start-deze-maand-met-de-opslag-van-h2-op-1500-meter-diepte

Duitsland: Uniper start deze maand met de opslag van H2 op 1500 meter diepte
Energiebedrijf Uniper start deze maand met een proef om waterstof op te slaan in poreus gesteente bij de gasopslag in de Duitse gemeente Bierwang. Het bedrijf ziet de opslag van groene energie als een essentieel onderdeel van het koolstofvrij maken van de Europese energiemarkt. Het doel van de proef is de haalbaarheid van opslag van grote hoeveelheden waterstof te onderzoeken.
Voor het onderzoek is op een bestaande boorlocatie van Uniper Energy Storage een gespecialiseerde gastechnische eenheid ingericht. De afgelopen zomer is aan de voorbereiding gewerkt. Vanaf deze maand zal de eerste waterstof worden geïnjecteerd. De opslagproef heeft tot doel om in drie bedrijfsfasen verschillende methaan-waterstofgasmengsels met 5 procent, 10 procent en 25 procent waterstofgehalte in het aardgas in een klein voormalig aardgasreservoir te injecteren en drie maanden later weer uit de bodem te onttrekken. De poreuze steenlagen bevinden zich op 1500 meter onder het aardoppervlak.
“Waterstof speelt een cruciale rol in onze nieuwe strategie en HyStorage maakt deel uit van de uitvoering ervan”’ zegt Doug Waters, algemeen directeur van Uniper Energy Storage. “Deze waterstofopslag is een kansrijk project om de bestaande aardgasinfrastructuur te testen op de mogelijke transitie naar groene waterstof. Het zal ook helpen de energietransitie te versnellen en tegelijkertijd de leveringszekerheid aan onze klanten te waarborgen. Het project zal inzicht geven in hoe opslag van poreus gesteente en technische gasfaciliteiten zullen presteren wanneer de waterstofeconomie gaat groeien”. Uniper verwacht dat de vraag naar opslagcapaciteit zal toenemen naarmate de hernieuwbare energiebronnen toenemen. Opslag in poreus gesteente heeft volgens Waters niet alleen een enorm potentieel om flexibiliteit te bieden aan de opkomende waterstofmarkt, maar ook om verbinding te maken met Europese waterstofcorridors.”
“De toekomstige waterstofinfrastructuur moet veilig en betrouwbaar functioneren”, zegt Markus Mitteregger, CEO van RAG Austria, projectpartner bij het proefproject in Bierwang. “Hieronder valt ook de wisselwerking tussen waterstoftransport en waterstofopslag. Het monitoren van de gaskwaliteit tijdens injectie en tijdens het oppompen is onze focus in dit project. Dit stelt ons in staat om waterstof of aardgas-waterstofmengsels binnen de vereiste kwaliteit te transporteren als onderdeel van de energiemix van de toekomst”.
Het Duitse bedrijg Uniper, met de hoofdvestiging in Düsseldorf is een internationaal energiebedrijf met activiteiten in meer dan 40 landen. Het bedrijf levert met zijn circa 7.000 medewerkers een belangrijke bijdrage aan de leveringszekerheid van energie in Europa, met name in de kernmarkten Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Nederland. Het bedrijf bezit en exploiteert gasopslagfaciliteiten met een totale capaciteit van meer dan 7 miljard kubieke meter. Uniper wil tegen 2040 volledig koolstofneutraal zijn.
Lees ook: oreca-ontwikkelt-wedstrijdmotor-met-waterstof-verbranding-techniek

Frankrijk: Oreca ontwikkelt wedstrijdmotor met waterstof-verbranding techniek
De Franse Oreca Group werkt aan de ontwikkeling van een verbrandingsmotor op waterstof. Daarvoor is op de vestiging in Magny-Cours, in het midden van Frankrijk, waterstoftestbank gebouwd. De ontwikkeling van een wedstrijdmotor met waterstof-verbranding is een primeur in Frankrijk. Het bedrijf voorziet een verschuiving richting emissievrije brandstoffen in de racesport op middellange termijn.
Het door Oreca ontwikkelde waterstofverbrandingsmotorproject heeft tot doel waterstof te gebruiken als energiebron in een thermische motor, ter vervanging van traditionele benzine of dieselbrandstof. Waterstofgas wordt rechtstreeks in de verbrandingskamer geïnjecteerd en niet in het inlaatkanaal. In vergelijking met de verbranding van koolstofbrandstoffen, komt bij de verbranding van waterstof geen koolstofdioxide vrij en kan het NOx-niveau met 50% worden verminderd. De uitstoot van fijnstof vermindert zelfs met 80%.
Voor de verbrandingsmotor op H2 moet de traditionele motor die werkt op brandstoffen voor een beperkt deel worden aangepast. Dit vereist volgens het bedrijf verschillende innovaties. De onderzoeks- en ontwikkelingselementen van Oreca zijn in eerste instantie voornamelijk gericht op autosport. Hier wordt door regelgeving opgelegd dat de uitstoot van schadelijke stoffen sterk moet dalen.
De nieuwe motorentestbank is uitgerust met een compleet waterstoftoevoersysteem. Deze begint bij een buitenopslag voor waterstof en de nodige toevoerleidingen richting de bedrijfshal. De testbank is ook uitgerust met een serie sensoren en veiligheidssystemen met betrekking tot het gebruik van waterstof.
Rémi Taffin, technisch directeur van Oreca is tevreden met het ontwikkeltraject richting emissievrij. “Oreca heeft altijd gefocust op de lange termijn en met dit waterstofverbrandingsmotorproject is het doel tweeledig: profiteren van tientallen jaren ervaring in de autosport met verbrandingsmotoren en deze ontwikkeling voortzetten richting het gebruik van gasvormige waterstof. Als expert op het gebied van het voorbereiden van thermische motoren willen we ook deel uitmaken van een aanpak om de CO2-impact te beperken.
Oreca is van oorsprong een raceteam, maar is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een technisch ontwikkelbedrijf voor voertuigen met 300 personeelsleden.
Lees ook: nikola-levert-eind-dit-jaar-de-eerste-waterstoftruck-met-bosch-brandstofcel

USA: Nikola levert eind dit jaar de eerste waterstoftruck met Bosch brandstofcel
De Amerikaanse start-up Nikola Motors en de Duitse fabrikant Bosch maken bekend dat de eerste vrachtauto’s op waterstof eind dit jaar gaan rijden op de Amerikaanse wegen. De brandstofcelmodule, het belangrijkste en meest gecompliceerde onderdeel van de trucks worden inmiddels geproduceerd in de Bosch-fabriek in Stuttgart-Feuerbach, Duitsland. Nikola is de eerste klant van Bosch voor dit nieuwe systeem. Op een afgesloten terrein in Arizona wordt het eerste Nikola Two-prototype inmiddels getest. (foto)
Het Duitse Bosch speelt bij de ontwikkeling een belangrijke rol. Het bedrijf heeft een lange staat van dienst op het gebied van technische innovatie. Het is dan ook niet vreemd dat Bosch nu wereldwijd voorop loopt bij de ontwikkeling van onderdelen van de waterstoftechnologie. In 2030 wil het bedrijf al 5 miljard euro omzet halen uit de waterstofactiviteiten. "Bosch is een van de weinige bedrijven die in staat is om technologie die zo complex is als brandstofcelsystemen massaal te produceren", aldus Markus Heyn, lid van de raad van bestuur van Bosch en voorzitter van Bosch Mobility. "We hebben niet alleen de vereiste systeemexpertise, maar ook het vermogen om nieuwe ontwikkelingen snel op te schalen naar massaproductie." Het bedrijf verwacht dat 20% van de nieuwe zware vrachtwagens (6 ton of meer) de komende jaren zal worden aangedreven door brandstofcellen.
“De technologie van Bosch begint met elektrolyse en eindigt met de waterstofmotor”, benadrukte het bedrijf zonder twijfel. “Alleen met waterstof kan er een klimaatneutrale wereld komen. Voor Bosch is dat glashelder.” Het bedrijf pleit dan ook sterk voor de totstandkoming van een waterstofeconomie. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de mobiliteit, maar ook naar waterstof-toepassingen binnen industriële processen, inclusief elektriciteitscentrales.
Christian Appel, klanthoofdingenieur, Bosch Engineering, is als Customer Chief Engineer verantwoordelijk voor de technische coördinatie van de Bosch-componenten in de waterstof-vrachtwagen Nikola Two. Zijn grootste uitdaging is de enorme hoeveelheid verschillende uitdagingen die het project met zich meebrengt. “We verbeteren niet alleen een voertuig dat al op de markt is gebracht, maar werken intensief samen met de klant om het rijden met een vrachtwagen helemaal opnieuw te definiëren. We helpen een start-up zijn visie om te zetten in realiteit”, zegt Appel. En Bosch profiteert ook, legt hij uit: "Onze grondige kennis van een aandrijflijntechnologie die een revolutie teweeg kan brengen in het goederenvervoer, geeft ons een concurrentievoordeel."
Hoewel de Amerikaanse klant Nikola zich volledig richt op mobiliteit op waterstof via een brandstofcel, kijkt ontwikkelaar Bosch ook naar een waterstofverbrandingsmotor op H2. Deze zijn een stuk eenvoudiger te produceren en aanzienlijk goedkoper. Bosch verwacht dat zijn waterstofmotor volgend jaar productierijp is. Dat lijkt bijzonder ambitieus, maar zoals Bosch uitlegt: "Deze bestaat voor meer dan 90 procent uit technologieën die inmiddels al lang ontwikkeld zijn. Dat maakt het een stuk eenvoudiger.”
Lees ook: china-productie-van-groene-waterstof-stijgt-te-snel-overcapaciteit-dreigt

China: productie van groene waterstof stijgt te snel, overcapaciteit dreigt
De Chinese capaciteit om groene waterstof te produceren uit hernieuwbare energie zal veel sneller groeien dan de vraag naar deze groene brandstof. Dat melden verschillende marktanalisten aan The South China Morning Post. “De situatie verergert door het enthousiasme waarmee de verschillende provincies van de Volksrepubliek op de trein van H2-opwek zijn gesprongen en doelen hebben gesteld die veel verder gaan dan die van de centrale regering in Peking.”
In de nationale waterstof strategie die afgelopen voorjaar is gepubliceerd, heeft China gepland om tegen 2025 een totale productie van hernieuwbare waterstof tussen 100.000 en 200.000 ton per jaar te bereiken. Het doel is helder, maar alleen al de drie provincies Binnen-Mongolië, Qinghai en Gansu stijgen hier fors bovenuit. In de eigen ontwikkelingsplannen wordt gesproken over een totale jaarlijkse productie van 740.000 ton groene waterstof.
“Aan de kant van de groene H2-productie leiden de enorme investeringen van staatsbedrijven tot een situatie van aanzienlijke overcapaciteit, een probleem dat kenmerkend is voor processen binnen de energietransitie. Het is altijd erg complex om een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling tussen vraag en aanbod te creëren”, legt Citi Global Perspectives & Solutions (Citi GPS) uit in een recent rapport, geciteerd door de Chinese krant. Persbureau Bloomberg meldt dat de Chinese productiecapaciteit van elektrolyse-installaties eind volgend jaar al de 70 GW overschrijdt, terwijl er een binnenlandse vraag is van 10 GW.
De vraag luidt waar al deze waterstof moet blijven. De verkoop van brandstofcelvoertuigen verloopt te langzaam: het doel van Peking is om tegen 2025 minstens 50.000 exemplaren op de weg te hebben. De praktijk valt echter tegen, het afgelopen jaar zijn er slechts 3.367 verkocht, meldt de China Association of Automobile Manufacturers. Om de overheidsdoelstelling te halen, zouden tussen 2023 en 2025 dus 12.500 voertuigen op waterstof per jaar moeten worden verkocht. Een tempo niet realistisch is.
In ieder geval zijn niet alle commentatoren het eens over de reële dreiging van overproductiecapaciteit. “De focus ligt teveel op mobiliteit, terwijl zware industrieën ook grote hoeveelheden waterstof kunnen gebruiken. En dan is de nu gevreesde overcapaciteit al snel op”, aldus een analist.
Lees ook: noorwegen-nieuwe-waterstoffabriek-voor-twee-veerboten-over-de-vestfjord-2

Noorwegen: nieuwe waterstoffabriek voor twee veerboten over de Vestfjord
Het vervoersbedrijf Torghatten Nord en de waterstofproducent GreenH hebben een overeenkomst getekend over de levering van waterstof aan twee nieuwe waterstofveerboten. Deze gaan vanaf najaar 2025 over de Vestfjord in Noorwegen gaan varen. Dat meldt GreenH in een persbericht. Vorig jaar werd duidelijk dat de veerboten op de verbinding Bodø-Moskenes-Værøy-Røst door Torghatten Nord zullen worden geëxploiteerd en gaan varen op groene waterstof. Het leveringscontract voor H2 is voor een periode van 15 jaar afgesloten.
De Noorse Dienst voor Openbare Wegen heeft berekend dat de waterstofveerboten samen jaarlijks 26.500 ton CO2 zullen helpen terugdringen, dat staat gelijk aan de uitstoot van ongeveer 13.000 dieselauto's. Batterij-elektrisch is op dit traject niet mogelijk. De schepen zijn drie uur onderweg om de overkant van het fjord te bereiken.
De waterstoffabriek kan straks 6 tot 10 ton groene waterstof per dag produceren. De fabriek draait met een hoog rendement, omdat ook de restproducten optimaal gebruikt worden. De totale faciliteit bestaat uit een productielokatie voor waterstof, een distributiesysteem voor zowel waterstof als zuurstof en een koppeling met het stadverwarmingsnet. De investeringskosten van de fabriek zullen oplopen bijna 90 miljoen euro. Er worden 10 tot 30 banen gecreëerd.
“Nu is het duidelijk dat we een van de grootste en eerste waterstoffabrieken van Europa gaan bouwen in Langstranda in Bodø”, zegt CEO van GreenH, Morten Solberg Watle. “Dit is zeer goed nieuws voor het verduurzamen van het vervoer in Noorwegen. De fabriek gaat ons helpen bij het opbouwen van expertise en zorgt voor waardecreatie voor Bodø en heel Midden-Noorwegen.”
De Noorse minister minister van Transport Jon-Ivar Nygård is enthousiast over het project. “We zijn inmiddels gewend aan elektrische veerboten door heel Noorwegen. Hier nam Noorwegen de leiding. Sommige veerboten varen over bijzonder lange afstanden, zoals de verbinding tussen Bodø en Lofoten, die er drie uur over doet om de fjord over te steken. Bij dergelijke verbindingen zullen batterijen eenvoudigweg niet werken. Daarom is waterstof een uitstekend alternatief. Ik kijk uit naar de verdere ontwikkeling”, zegt Nygård. De nieuwe veerboten moeten vanaf 1 oktober 2025 operationeel zijn.
Lees ook: italie-plannen-voor-schoolgebouw-op-waterstof-in-bergdorpje-orezzo-bergamo

Italië: plannen voor schoolgebouw op waterstof in bergdorpje Orezzo, Bergamo
Een voormalig schoolgebouw verwarmen met waterstof. Dat is het plan van wethouder Masserini van de gemeente Ganzzaniga in het noorden van Italië. De afgelopen week werd het voorstel gepresenteerd. Waterstof moet ter plaatse opgewekt worden met groene energie, geproduceerd door zonnepanelen op het dak en het schoolplein. “Dit is de toekomst, laten we Nederland kopiëren”.
De voormalige basisschool in Orezzo, een gehucht in de gemeente Gazzaniga, is nu in gebruik bij verschillende verenigingen. Wethouder Marco Masserine is ervan overtuigd dat waterstof de energie van de toekomst wordt en wil daarom investeren. Het project bestaat uit een of meerdere ketels voor centrale verwarming op waterstof. De elektrolyser wordt gevoed door drie zonnevelden. Een op het dak van de voormalige school en twee in de onmiddellijke nabijheid. “De zonnepanelen”, zegt Masserini in de lokale krant L’eco di Bergamo, "zullen met de geproduceerde 200 kilowatt een aantal elektrolysers aandrijven die de watermoleculen splitsen in waterstof en zuurstof. En dat allemaal zonder CO2-uitstoot.” De waterstof zal worden geproduceerd in een container die tussen de voormalige scholen en het sportveld zal worden geplaatst. “De extra energie uit de zomer kan worden opgeslagen voor de winter. Ik denk dat we, als we snel besluiten, de eerste in Italië kunnen zijn”, legt Masserini uit. Voor het project verwacht de wethouder 500.000 tot 600.000 euro subsidie te kunnen ophalen.
De Italiaanse wethouder heeft zich laten inspireren door een project in de Nederlandse plaats Lochem in het oosten van Nederland. Hier zijn 12 eengezinswoningen, allemaal gebouwd rond 1900, uitgerust met een ketel die pure waterstof verbrandt zonder CO2-uitstoot. Als groene waterstof een pijler is van de Europese Green Deal-strategie die tot doel heeft de schadelijke uitstoot met 55% te verminderen en in 2050 te elimineren, wil Gazzaniga geen tijd verspillen, schrijft L’eco di Bergamo.
Lees ook: regio-metz-gaat-huisvuil-inzamelen-met-vrachtauto-s-op-waterstof

Frankrijk: regio Metz gaat huisvuil inzamelen met vrachtauto’s op waterstof
De regio Metz, in het noordoosten van Frankrijk, heeft een aanbesteding uitgeschreven voor de levering van zeven vuilniswagens op waterstof. De eerste twee moeten eind 2025 worden geleverd en de overige vijf optioneel eind 2026 en 2027. De aanbesteding maakt deel uit van een groter project om de schadelijke uitstoot van verkeer in de regio te verminderen, door gebruik te maken van groene waterstof.
Eerder dit jaar werd ‘SEM H2 Metz’ opgericht om de verschillende projecten rond waterstof te coördineren. Metz wil zelf waterstof produceren, opslaan en distribueren. De bedoeling is dat in 2025 of 2026 de eerste waterstoffabriek wordt geopend. Deze moet waterstof gaan leveren voor de vuilniswagens, maar ook voor 13 bussen die op H2 moeten gaan rijden.
Belangrijke aandeelhouders in ‘SEM H2 Metz’ zijn machinefabrikant John Cockerill en UEM, een lokale energieproducent.
Lees ook: eerste-keyou-trucks-met-h2-verbrandingsmotor-nog-dit-jaar-op-de-weg

Duitsland: eerste Keyou trucks met H2-verbrandingsmotor nog dit jaar op de weg
Een belangrijke ontwikkeling op het gebied van mobiliteit op waterstof. Het Duitse bedrijf Keyou, ontwikkelaar van verbrandingsmotoren op waterstof, meldt dat eind dit jaar de eerste vrachtauto’s worden uitgeleverd. Deze voertuigen zijn niet 100% emissievrij, maar voldoen wel aan de nieuwste Europese regels. Hierin staat dat verbrandingsmotoren blijven toegestaan, mits deze op synthetische -dus niet fossiele- brandstoffen rijden. Voor het bedrijf Keyou, gevestigd on de omgeving van München, is dit belangrijk nieuws. Hier wordt al jarenlang geïnvesteerd in verbrandingsmotoren op waterstof. Keyou gelooft wel in een brandstofcel, maar is van mening dat deze techniek voorlopig te ingewikkeld is om grootschalig te worden toegepast. De waterstofverbrandingsmotor, voor het overgrote deel gebaseerd op bestaande techniek, kan de overgang naar nagenoeg emissievrij enorm versnellen.
Vorig jaar presenteerde Keyou nog een wereldprimeur met een 18-tons vrachtwagen en de 12 meter lange stadsbus aangedreven door waterstofmotoren op de IAA Transportation 2022. De eerste truck is gebouwd op een Mercedes-Benz Actros-chassis. Het voertuig maakt momenteel zijn dagelijkse rondes op het testterrein van de Duitse strijdkrachten in Neubiberg, ten zuidoosten van München. De motorkalibratie op de 18-tons truck is helemaal afgerond en de integratie en afstemming van de verschillende systemen bijna. TÜV Süd heeft inmiddels individuele voertuigvergunningen afgegeven.
De eerste acht vrachtwagens zullen in het vierde kwartaal van dit jaar worden geïntegreerd in de dagelijkse vervoersbewegingen bij klanten die als pionier gaan dienen. Deze vrachtwagens worden omgebouwd naar waterstofverbranding en voorzien van CO2-vrije KEYOU-inside motor.
Een van de eerste klanten, expediteur EP-Trans, transporteert voor zijn opdrachtgevers met zo'n 300 vrachtwagens goederen door heel Europa. Directeur Markus Pumpf is overtuigd van de technologie: "Elektrische vrachtwagens zijn voor ons ondenkbaar. Op de testbaan waren we zeer positief verrast door de prestaties van de 18-tons vrachtwagen, dus besloten we al vrij vroeg om twee voertuigen te kopen." De EP Group zet in op duurzaamheid via waterstoftechnologie. Het bedrijf gaat samen met Keyou een proefproject starten om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om op waterstof te gaan rijden. De bedrijven zien zichzelf als waterstof-pionier.
Voor logistieke bedrijven is de waterstofmotor ook financieel aantrekkelijk: één kilogram waterstof levert dezelfde energie-inhoud als 3,3 liter diesel. De alternatieve aandrijving en de classificatie als emissievrije voertuigen elimineren echter een TCO-kostenfactor: de Keyou-voertuigen zijn tolvrij. De overstap naar waterstof wordt nog aantrekkelijker op 1 januari 2024, wanneer in Duitsland de zogenaamde CO2-toeslag wordt ingevoerd, met extra kosten voor dieselvrachtwagens van 200 euro per ton CO2.
Lees ook: zweden-waterstoffabriek-van-700-mw-voor-productie-van-groene-staal-in-boden-2

Zweden: waterstoffabriek van 700 MW voor productie van groene staal in Boden
In de Zweedse stad Boden zijn de ontwikkelingen voor de eerste grootschalige groene staalfabriek van Europa in volle gang. Thyssenkrupp Nucera levert gestandaardiseerde 20 MW elektrolysemodules voor de productie van groene waterstof. Verschillende elektrolysers worden geschakeld tot een geïnstalleerd vermogen van meer dan 700 MW. Hierdoor ontstaat een van de grootste fabrieken voor groene waterstof van Europa.
De eerste fabriek waar groene staal geproduceerd wordt door het verbranden van waterstof komt te staan bij de stad Boden in het noorden van Zweden. In de beginfase zal de site 2,5 miljoen ton groen staal produceren en tegen 2030 zal dit naar verwachting zijn toegenomen tot ongeveer 5 miljoen ton. Er is nu al een grote vraag naar producten van groene staal in de auto-industrie, die op deze wijze de ecologische voetafdruk wil verkleinen.
De grote uitdaging bij de productie van staal zijn de benodigde hoge temperaturen die met stroom niet behaald kunnen worden. In een tussenstap wordt van groene stroom uit wind en waterkracht waterstof geproduceerd. Hiermee kan wel de benodigde productietemperatuur worden behaald. Traditionele verbrandingsprocessen van aardgas en steenkoop behoren daarmee tot het verleden. Het productieproces van staal met waterstof zorgt voor een emissiereductie tot 95%.
“De waterstoffabriek in Boden wordt vele malen groter dan de meeste bestaande elektrolysefabrieken van vandaag. Door onze eigen sterke technische expertise te combineren met die van een bewezen krachtige en zeer efficiënte elektrolysers van Thyssenkrupp Nucera, kunnen we de zware industrie te transformeren. We beginnen met staal in Boden, direct aan de Botnische Golf, maar dat is nog maar het begin”, zegt Maria Persson Gulda, Chief Technology Officer van initiatiefnemer H2 Green Steel. Het bedrijf heeft tot doel de geproduceerde emissies te helpen compenseren en de klimaatverandering tegen te gaan. Daarom richt de industriële start-up zich op industriële processen waar de meeste impact kan worden gemaakt.
Bij de realisatie heeft H2 Green Steel gekozen voor een industriële partner met ruime ervaring bij de bouw van waterstoffabrieken wereldwijd. Thyssenkrupp Nucera is betrokken bij de installatie van een 2+ GW elektrolyse-installatie voor Air Products in Saoedi-Arabië, de levering van een fabriek voor Unigel in Brazilië en een 200 MW waterstoffabriek voor Shell in de haven van Rotterdam.
Lees ook: usa-eerste-waterstofbussen-gaan-rijden-in-gokstad-las-vegas-nevada

USA: eerste waterstofbussen gaan rijden in gokstad Las Vegas, Nevada
Een primeur voor Las Vegas in de Amerikaanse staat Nevada. Het vervoersbedrijf Regional Transportation Commission of Southern Nevada (RTC) introduceert de eerste bussen op waterstof in de stad en zelfs de hele staat. De nieuwe bussen zijn vervaardigd door New Flyer, marktleider op het gebied van zware transitbussen in Noord-Amerika, en zijn voorzien van brandstoftechnologie van Ballard. Het blijft niet bij deze twee voertuigen met een lengte van 12 meter, RCT heeft nog zeven extra grote waterstof-bussen van 18 meter besteld, die in de herfst van 2024 worden geleverd.
“Deze bussen zijn gemakkelijker te onderhouden, stiller en helpen ons de klimaatverandering tegen te gaan”, aldus senator Cortez Masto. “Ik ben er trots op om met RTC uit Zuid-Nevada te mogen samenwerken om de financiering veilig te stellen en deze nieuwe bussen op straat te krijgen.” De technologisch geavanceerde voertuigen zijn gefinancierd met een subsidie van 3,5 miljoen euro van het Amerikaanse ministerie van Transport. De subsidie voorziet ook in financiering om personeel op te leiden om de nieuwe technologie te onderhouden en te bedienen.
“Terwijl Zuid-Nevada op weg is naar een groenere toekomst, is het omarmen van duurzame transportopties een verantwoorde ecologische keuze die onze gemeenschap vooruit helpt”, aldus County-commissaris Justin Jones. “Door te investeren in duurzame technologie creëren we groene banen die zowel ons milieu als onze economie ten goede komen.”
In de staat Nevada is transport verantwoordelijk voor meer dan 40% van alle broeikasgasemissies. Daarom wil busbedrijf RTC investeren in schoon vervoer. Het kopen van bussen is slechts een deel van het traject naar emissievrij. Daarvoor is een Zero Emissions Bus Rollout Plan ontwikkeld waarin de stappen worden geïdentificeerd die de RTC zal nemen om het wagenpark tussen nu en 2050 over te zetten van fossiele brandstoffen naar 100 procent nul-emissie. Voorwaarde is wel dat de investeringen betaalbaar moeten zijn.
De nieuwe brandstofcelbussen worden aangedreven door gecomprimeerd waterstofgas, een natuurlijk overvloedig aanwezig element. De brandstofcel combineert waterstof en zuurstof om via een elektrochemisch proces elektriciteit op te wekken. Het enige resulterende bijproduct is water. De bussen bewegen zich geruisloos door de straten van de wereldberoemde gokstad en zijn binnen 15 minuten weer volgetankt. Air Products levert voor dit project de waterstof.
Lees ook: duitsland-100-000-ritten-en-1-miljoen-kilometer-voor-taxi-s-op-waterstof-in-berlijn

Duitsland: 100.000 ritten en 1 miljoen kilometer voor taxi’s op waterstof in Berlijn
Een succes voor de taxi’s op waterstof in de Duitse hoofdstad Berlijn. Taxibedrijf H2 Moves Berlin meldt dat er sinds de start van het project eind 2022 er meer dan 1 miljoen kilometer is gereden binnen het personenvervoer. De taxivloot in Berlijn is de grootse waterstofvloot van Duitsland en wordt onder andere ingezet door Uber.
Binnen het tweejarige proefproject ‘H2 Moves Berlin’ werken Toyota Duitsland, Anglo American, de SafeDriver Group en mobiliteitsdienstverlener ENNOO samen om de geschiktheid voor dagelijks gebruik van voertuigen op waterstof aan te tonen. De taxi’s hebben ook tot doel de acceptatie van waterstoftechnologie bevorderen. De taxivloot begon met 50 voertuigen en wordt uitgebreid naar 200. Als duurzame en emissievrije mobiliteitsoptie worden de waterstoftaxi’s niet alleen ingezet voor evenementenshuttles, zoals dit jaar tijdens de Berlinale of de Special Olympic World Games Berlin 2023, maar kunnen ze ook worden besteld via de Uber-app. Gebruikers in Berlijn kunnen specifiek een Mirai boeken via de optie ‘Comfort Electric’.
Voor taxi’s die geld moeten verdienen met vele ritjes per dag is waterstof een goede fossielvrije oplossing. De Mirai legt tot 650 kilometer af voordat hij moet stoppen bij een waterstoftankstation. Met ongeveer vijf minuten duurt dit niet veel langer dan bij voertuigen met verbrandingsmotor.
"Wij beschouwen de waterstof-brandstofcel als een efficiënte en schone aandrijftechnologie van de toekomst die vandaag al voor ons beschikbaar is ", zegt Thomas Mohnke, directeur van de SafeDriver Group GmbH. "H2 Moves Berlin levert het bewijs dat voertuigen op waterstof een alternatief zijn voor conventionele verbrandingsmotoren, zowel vanuit ondernemersoogpunt als qua prestaties."
Lees ook: singapore-eerste-tanker-voor-vloeibare-waterstof-maakt-promotietoer-door-azie

Singapore: eerste tanker voor vloeibare waterstof maakt promotietoer door Azië
De eerste tanker voor vloeibare waterstof ter wereld is op promotietoer Azië. Twee weken geleden was het schip nog in de haven van Sultan Qaboos in Oman en vandaag legt het aan in de haven van Singapore. Het schip met de naam Suiso Frontier is gebouwd door Kawasaki Heavy Industries in Japan en wordt geëxploiteerd door Shell. De tanker kan 8.000 ton vloeibare waterstof vervoeren bij een temperatuur van 253°C onder nul. Begin 2022 transporteerde het schip de eerste lading vloeibare waterstof ter wereld vanuit Australië naar de Japanse havenstad Kobe.
De tanker was eerder deze maand in Oman, in het Midden-Oosten, omdat dit land volgens een rapport van het International Energy Agency kan uitgroeien tot een van de belangrijkste exportlanden van groene waterstof. Het bezoek dient als kennismaking met de mogelijkheden van het transport van vloeibare waterstof en de uitdagingen waarmee de vervoerder wordt geconfronteerd. Gota Yamamoto, de Japanse ambassadeur in Oman en Salem bin Nasser Al-Awfi, de Omaanse minister van Energie en Mineralen, waren samen met andere persoonlijkheden aanwezig om het schip te bezoeken.
Minister Salem bin Nasser Al-Awfi wees erop dat Oman een lange weg heeft afgelegd op het gebied van waterstof en streeft om tot de eerste landen ter wereld te behoren die groene waterstof naar andere delen van de wereld exporteert. Daar moet de groene waterstof gebruikt worden in lokale industrieën als vervanging voor aardgas. Het schip wordt beschouwd als een centraal experimenteel station, met name als katalysator voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van waterstof. De uitgaven voor de bouw van de eerste tanker voor vloeibare waterstof worden geschat op 330 miljoen euro.
De Suiso Frontier is 116 meter lang en heeft een dubbel afgeschermde en dubbel geïsoleerde tank van 1.250 kubieke meter aan boord om waterstof op een temperatuur van -253 graden Celsius in vloeibare vorm te kunnen transporteren.
Lees ook: maxima-centrale-omgebouwd-voor-bijmengen-van-50-waterstofgas

Nederland: Maxima-centrale omgebouwd voor bijmengen van 50% waterstofgas
Om de uitstoot van CO2 te beperken heeft het Franse energiebedrijf Engie aanpassingen uitgevoerd aan de Maxima gascentrale in Lelystad. De gasbranders werkten altijd op 100% aardgas, maar kunnen ook draaien op een mix van 50% aardgas en 50% waterstofgas. Engie loopt daarmee ver voorop bij de ontwikkelingen. Omdat groene waterstof nog op zich laat wachten, start Engie met blauwe waterstof. Dat kan niet anders, zegt Harry Talen, directeur van de centrale: “De sector moet sneller verduurzamen dan er groene waterstof beschikbaar is.”
Trots leidt Talen zijn bezoek rond op het kunstmatige eiland in het IJsselmeer waar de Maxima-centrale gevestigd is. “Dit zijn de modernste gasturbines in Nederland”, zegt hij als hij met veiligheidshelm over het terrein loopt. De centrale bestaat uit twee identieke eenheden, die allebei een vermogen hebben van 440 megawatt. “Wind- en zonne-energie zijn de bronnen van de toekomst”, zegt Talen even later binnen bij een kop koffie. “Maar als het niet hard genoeg waait of als de zon niet schijnt, is er een alternatief nodig.”
Gaan batterijen niet zorgen voor het aan elkaar knopen van vraag en aanbod? “Er is zeker een rol voor batterijen”, meent Talen, maar met alleen batterijen gaat Nederland het volgens hem niet redden. Batterijen zijn geschikt om gedurende de dag het netwerk in balans te houden, maar niet om seizoenen te overbruggen. “Gascentrales zijn de beste en duurzaamste opties voor het leveren van flexibel vermogen dat CO2-vrij is.” De eerste eenheid van de Maximacentrale is inmiddels aangepast voor de bijstook van waterstof. De tweede volgt in 2025 of 2026. In de controlekamer laat Talen zien dat de eerste eenheid in bedrijf wordt genomen na de aanpassing.
De Maxima-centrale is dus klaar voor de toekomst. Alleen is er een probleem: er is nog geen waterstof beschikbaar. “We hebben inderdaad nog twee dingen nodig. De productie van waterstof, en de infrastructuur om die waterstof hier naar de centrale te krijgen”, legt Talen uit.
De ontwikkeling van de infrastructuur is de verantwoordelijkheid van Gasunie, dat in juni is begonnen met de aanleg van de ‘waterstof backbone’ (lees hier meer daarover). Daarbij gaat het deels om nieuwe pijpleidingen, maar ook om het hergebruik van het bestaande aardgasnet.
De infrastructuur is in goede handen, maar hoe het aanbod van groene waterstof zich precies gaat ontwikkelen is lastiger te voorspellen. Engie is zelf actief bij het bouwen van zogenoemde 'electrolysers'. Dat zijn fabrieken om groene waterstof te produceren. In zo’n electrolyser wordt duurzame stroom van bijvoorbeeld windparken op de Noordzee gebruikt om water te splitsen in waterstof en zuurstof. Omdat de waterstof met duurzame energie is opgewekt, wordt het ‘groen’ genoemd.
Via het HyNetherlands-project, waar naast Engie ook kunstmestfabrikant OCI en afvalenergiebedrijf EEW in participeren, wordt de grootschalige productie van groene waterstof voorbereid. “Volgend jaar nemen we de investeringsbeslissing voor de eerste elektrolyser van 100 megawatt”, vertelt Talen. In 2035 moet de productiecapaciteit al op 1,85 gigawatt liggen, aldus de website van HyNetherlands. Naast eigen productie richt Engie zich ook op de import van groene waterstof uit Portugal, via deelname in het H2Sines-project.
Maar het duurt te lang voordat die groene waterstof op de markt komt. De elektriciteitssector moet immers in 2035 al CO2-vrij zijn. “De sector moet sneller verduurzamen dan er groene waterstof beschikbaar is”, stelt Talen vast. Daarom werkt Engie sinds 2021 samen met de Noorse olie- en gasmaatschappij Equinor om in een overbruggingsperiode blauwe waterstof geleverd te krijgen. Blauwe waterstof wordt geproduceerd uit aardgas, maar in het productieproces wordt de CO2 afgevangen en ondergronds opgeslagen. Equinor heeft nog grote aardgasreserves, en bovendien lege gasvelden om de CO2in op te slaan.
“We hebben die blauwe waterstof nodig totdat er voldoende groene waterstof beschikbaar is”, aldus Talen. “Zodra Gasunie de backbone klaar heeft, kunnen we van de Noren die blauwe waterstof krijgen.” Engie schat in dat het via deze route ‘vanaf 2025 of 2026’ blauwe waterstof kan meestoken in de Maxima-centrale.
Technisch kan het allemaal. Maar dat betekent niet dat het ook gaat gebeuren. De CO2-uitstoot daalt fors door eerst blauwe en daarna groene waterstof bij te stoken. Maar omdat waterstof duurder is dan aardgas, ziet de business case er niet meteen positief uit. Bovendien zullen gascentrales minder gebruikt worden, omdat zonne- en windenergie een steeds groter aandeel in de energiemix krijgen. “Waterstofcentrales zijn straks echt bedoeld als achtervang. Het doel is om duurzame energie ruim baan te geven en centrales minder draaiuren te laten maken. Het zal niet verbazen dat minder draaiuren en duurdere brandstof om een ander marktmodel vragen”, zegt Talen.
De Engie-directeur heeft wel een suggestie hoe dat andere model eruit kan zien. “CO2-vrij regelbaar vermogen moet een plek krijgen in het systeem. Dat kan bijvoorbeeld door een vergoeding te betalen aan bedrijven die dat vermogen beschikbaar houden.” Hij vergelijkt het met het dieselaggregaat dat in ieder ziekenhuis in de kelder staat. “Dat wil je eigenlijk ook niet gebruiken, maar moet je altijd achter de hand hebben.”
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Lees ook: rederij-les-canalous-verhuurt-plezierboot-op-waterstof-in-bourgondie

Frankrijk: rederij Les Canalous verhuurt plezierboot op waterstof in Bourgondië
Flinke einden kunnen varen zonder ronkende motor of stinkende uitlaatgassen? In Frankrijk is het mogelijk, daar vaart deze zomer voor het eerst een plezierboot op waterstof. Iedereen kan het vaartuig met de naam Willem Grove een dagje huren bij de Franse rederij Les Canalous, maximaal 12 personen mogen mee voor een totaalprijs van 269 euro.
De Franse rederij wil riviercruises door het departement Bourgondië groener maken met een eerste boot op waterstof. “Qua vaarcomfort is het ronduit magisch”, zegt CEO Alfred Carignant. “Er is geen geluid, geen trilling van de motor, geen stank en er zijn geen uitlaatgassen. Het enige wat je hoort is het klotsen van het water tegen de romp, dus het is echt magisch.” Maar het experimentele bootje heeft ook een nadeel: “we zitten nog in de pioniersfase, dus het gaat niet echt snel.” De plezierboot op waterstof is de eerste in zijn soort in Frankrijk. Het vaartuig beschikt over een elektromotor die wordt aangedreven door groene waterstof .
Voordat de huurders op de boot stappen, krijgen ze een korte training om te kunnen navigeren en de daarbij behorende regels. Vaar-ervaring is niet nodig. Op dit moment is de boot alleen beschikbaar voor dagverhuur, de brandstoftank is groot genoeg om de hele dag stroom te leveren, zonder dat opvarenden hoeven te stoppen om te tanken. De boot kan bij rederij Les Canalous in Digoin worden gehuurd voor een tochtje over de rivieren en kanalen in de Bourgondië voorafgaand aan een dagtocht langs de kanalen van Bourgondië .
Op termijn hoopt de rederij boten op waterstof beschikbaar te hebben bij alle 17 vestigingen in heel Frankrijk . Maar voorlopig zijn er nog een paar obstakels die overwonnen moeten worden. De belangrijkste is de tankinfrastructuur. “Waterstofgas onder hoge druk tanken is een stuk ingewikkelder als een vloeibare brandstof, dus een snelle uitrol van waterstofschepen is niet te verwachten”, meldt Alfred Carignant van rederij Les Canalous.
Lees ook: demovlucht-met-drone-op-vloeibare-waterstof-boven-essen

Duitsland: demovlucht met drone op vloeibare waterstof boven Essen
Het Koreaanse bedrijf Hylium Industries Inc., gespecialiseerd in de ontwikkeling en bouw van drones op waterstof, gaat uitbreiden naar Europa. De Europese vestiging komt in de Duitse stad Essen. Afgelopen week gaven de Koreanen vast een voorproefje van wat ze in Europa willen gaan verkopen. Een drone met een doorsnede van 2 meter en een gewicht van 20 kg steeg op in het Grugapark en maakte een demonstratievlucht boven de stad.
De H2-drone gebruikt een brandstofcel om waterstof direct om te zetten in elektrische energie. Het voordeel van deze technologie ten opzichte van vliegtuigen op batterijen: hij vliegt tot vijf uur, wat aanzienlijk langer is dan conventionele drones. De waterstof wordt in vloeibare vorm meegenomen. In Zuid-Korea wordt de drone dankzij deze vluchtduur al gebruikt om stroom- en gasleidingen te inspecteren, meldt het bedrijf.
Het economisch ontwikkelingsbedrijf van de regio Essen heeft inmiddels diverse bijeenkomsten georganiseerd met bedrijven die drones op waterstof in de toekomst kunnen gaan inzetten. Daaronder zijn Tüv Nord, energiebedrijf Eon en ondernemingen uit de beveiligingsbranche. Daarnaast is het eerste contact gelegd met Linde GmbH, een bedrijf met 's werelds grootste capaciteit en distributiesysteem voor vloeibare waterstof.
Hylium Industries heeft op Youtube een video geplaatst van (proef)vluchten met verschillende drones op vloeibare H2. En ook wat er gebeurt als de drone de waterstoftank op grote hoogte verliest . De video ziet u via deze link.
Lees ook: spanje-strategisch-partnerschap-met-marokko-bij-ontwikkeling-waterstof-productie

Spanje: strategisch partnerschap met Marokko bij ontwikkeling waterstof-productie
De voortvarendheid waarmee Marokko groene waterstofprojecten ontwikkelt kan Spanje op een achterstand zetten. Verschillende kranten op het Iberisch schiereiland maken zich zorgen. Maar de Spaanse regeringsleider Pedro Sanchez deelt deze niet. Hij ziet kansen om met Marokko een strategisch partnerschap aan te gaan.
Bedreigt Marokko de Spaanse ambities om een belangrijke speler te worden op de groene waterstofmarkt in de Europese Unie? Deze bezorgdheid werd geuit door Iberische economische media na aanleiding van een Europees onderzoek. Een studie in opdracht van de Europese Commissie, uitgevoerd door het Duitse Fraunhofer Instituut, geeft aan dat de Spanje tegen 2050 een belangrijk aandeel in de productie van groene waterstof voor heel Europa gaat opeisen.
Maar Marokko presenteer momenteel in hoog tempo nieuwe grote projecten. Het Franse energiebedrijf TotalEnergies doet een investering van 9,4 miljard euro in een waterstof- en ammoniakproject in Marokko. De OCP-groep heeft een soortgelijk initiatief van 7 miljard euro gemeld. Deze waterstof gaat naar verwachting per pijplijn naar Europa via Spaans grondgebied.
Uit een onderzoek van de Europese Investeringsbank (EIB) blijkt dat de kosten voor de productie van hernieuwbare waterstof op locaties in Duitsland in 2030 tussen € 3,90 en € 5,00/kgH2 bedraagt, vergeleken met € 3,2/kgH2 in Marokko. Chili en Australië zijn met respectievelijk 3,1 €/kgH2 en 3,2 €/kgH2 potentiële concurrenten van Marokko, maar de geografische transportafstand naar Europese klanten is voordeliger voor het Noord-Afrikaanse land.
Spanje is geïnteresseerd in Marokkaanse groene waterstof, heeft president eerder dit jaar laten weten. “Het is van strategisch belang dat de twee landen de ontwikkeling van schone energie bevorderen in sectoren met een enorm potentieel, zoals groene waterstof of biomassa. Marokko en Spanje voldoen aan alle voorwaarden om een belangrijke rol op zich te nemen bij de ontwikkeling van de nieuwe groene economie.”Lees ook: waterstofconferentie-tijdens-start-dutch-grand-prix-in-zandvoort

Nederland: waterstofconferentie tijdens start Dutch Grand Prix in Zandvoort
Het afgelopen weekend is in Zandvoort de conferentie ‘fueling the future with waterstof’ gehouden. Tijdens de openingsdag van de Formula 1 Dutch Grand Prix is de inzet voor waterstof als duurzame brandstof voor de mobiliteit besproken en toegelicht door de woordvoerders van raceteam Alpine, HYVIA, Plug en de Renault Group.
De hoofdsponsor van het raceteam Alpine ontwikkelt koolstofvrije mobiliteitsoplossingen. Met de Alpenglow-conceptauto (foto) wordt waterstof op verschillende manieren getest. De focus ligt daarbij een waterstofaangedreven verbrandingsmotor, die geschikt is voor sport- en racewagens. Alpine combineert daarbij belangrijke factoren als gewicht, aerodynamica en design. Een futuristische hypercar met opvallende proporties en ruimte voor één persoon.
HYVIA, een joint venture tussen Renault Group en Plug, richt zich op de ontwikkeling van waterstof vanuit zijn Frankrijk. Inmiddels rijdt de eerste bestelwagen, de Renault Master Van H2-TECH, op waterstof. Partner Plug, het vroegere Plug Power, is al 20 jaar betrokken bij H2 en wereldleider op het gebied van kant-en-klare brandstofceloplossingen. Het bedrijf heeft zijn expertise op het gebied van de productie, opslag en distributie van groene waterstof in Europa de afgelopen tien jaar uitgebreid. Plug is al drie jaar partner van het BWT Alpine F1 Team.
Voor deze waterstofpioniers is Nederland belangrijk. In Nederland gaan vanaf 1 januari 2025 meer dan dertig steden op slot voor voertuigen die emissies uitstoten. Alleen voertuigen op waterstof of batterij-elektrisch komen er nog binnen.
“Nederland loopt al jaren voorop op het gebied van emissievrije mobiliteit”, zegt Anouk Poelmann, CEO Renault Group Nederland. “De Renault Group is een van de koplopers in deze snel veranderende markt. Ons doel is om koolstofarme voertuigen aan te bieden om aan de sterke vraag uit de zakelijke markt te voldoen. Inmiddels hebben we de eerste orders binnen en vier strategische HYVIA-partners geselecteerd. Samen met de Bochane Groep, Stam Autobedrijven, Terwolde en Van Mossel hebben wij de weg vrijgemaakt om deze trend uit te breiden met lichte bedrijfsvoertuigen op waterstof. Deze bedrijven gaan als eerste zorgen voor service, reparatie en onderhoud”, aldus Poelman op de openingsdag in Zandvoort.
Lees ook: fest-gmbh-levert-eerste-fabriek-voor-groene-waterstof-in-wenen

Oostenrijk: FEST GmbH levert eerste fabriek voor groene waterstof in Wenen
Het Duitse bedrijf FEST heeft begin deze week een elektrolyser van 3 MW geleverd aan Wiener Netze en Wiener Wasserstof. De installatie, weggewerkt in twee zeecontainers van 40 voet, zijn enkele dagen eerder per vrachtauto aangevoerd. Het wordt de eerste fabriek voor groene waterstof in de Oostenrijkse hoofdstad. Tien bussen die op H2 gaan rijden worden de eerste afnemers.
De waterstoffabriek komt te staan op de Wiener Netze-campus in Simmering. Vanaf het najaar van 2023 moet hier waterstof worden geproduceerd, dat bijvoorbeeld in de bussen van Wiener Linien zal worden gebruikt. “De bedrijven Wien Energie, Wiener Netze en Wiener Linien werken binnen dit project samen en zetten een belangrijke stap in de richting van het koolstofvrij maken. Ik denk dat Oostenrijk een grote stap kan zetten in de richting van het doel om klimaatneutraal te worden”, zei wethouder Economische Zaken Peter Hanke (SPÖ) bij de start van de bouw van de werkzaamheden.
Voor de initiatiefnemers is het belangrijk dat het groene waterstof is. Het is ‘groen’ omdat het wordt opgewekt uit groene stroom: elektriciteit uit wind, zon en waterkracht. Momenteel is het internationaal gebruikelijker dat waterstof wordt geproduceerd met behulp van aardgas; Bij dit proces ontstaat echter een grote hoeveelheid CO2, waardoor deze grijze waterstof uit aardgas schadelijk is voor het klimaat.
Dat geldt niet voor de fabriek in het 11e district van Wenen: het elektrolyseproces is een duurzame methode, omdat hier het water wordt gesplitst met behulp van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Hierbij ontstaat zuurstof en waterstof. De vrijgekomen zuurstof wordt afgeblazen, de waterstof wordt direct ter plaatse gecomprimeerd. Dan is het eenvoudiger op te slaan en te transporteren.
Simmering speelt een grote rol als locatie en energiehotspot, hier bevindt zich de grootste energiecentrale van Oostenrijk: "Op het terrein van Wiener Netze in Simmering hebben we de mogelijkheid om bussen te tanken en we kunnen hier ook waterstof in de productieprocessen gebruiken”, legt Gerhard Fida, algemeen directeur van Wiener Netze, uit. “Op deze manier helpen we de gasvoorziening in de toekomst klimaatvriendelijker te maken”.
De dagelijks geproduceerde hoeveelheid waterstof van maximaal 1.300 kilogram is voldoende om ongeveer 60 bussen en vrachtwagens van brandstof te voorzien. Naast de H2-opwekkingsinstallatie wordt in Simmering nog een waterstoftankstation voor bussen en vrachtwagens gebouwd. Transport- en logistieke bedrijven kunnen er in de toekomst groene waterstof van 350 of 700 bar tanken.
Niet alleen mobiliteit, maar ook industriële partners kunnen dan de waterstof verkrijgen. Hiervoor wordt een aparte afhaalruimte met aanhangwagens ingericht. Ook het H2- tankstation op het terrein van busgarage Wiener Linien in Leopoldau zal in de toekomst door de nieuwe waterstoffabriek in Simmering worden bevoorraad.
Lees ook: verenigde-arabische-emiraten-zeroavia-sluit-overeenkomst-met-h2-producent-masdar

Verenigde Arabische Emiraten: ZeroAvia sluit overeenkomst met h2-producent Masdar
ZeroAvia, pionier bij het vliegen op waterstof, heeft een samenwerkings-overeenkomst getekend met Masdar, een van 's werelds toonaangevende bedrijven op het gebied van schone energie. Masdar is gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten. De bedrijven gaan samenwerken bij projecten in Noord-Amerika en Europa en mogelijk in het Midden-Oosten.
ZeroAvia zorgt voor de ontwikkeling van zero-emissie vliegtuigen op waterstof terwijl Masdar zich op verschillende continenten gaat concentreren op de waterstofproductie en levering. De samenwerking past binnen de langetermijnsdoelstellingen van Masdar. Het bedrijf wil een mondiale leider op het gebied van groene waterstof worden door het ontwikkelen van en investeren in strategische projecten en het bouwen van schaalbare platforms in belangrijke markten. Het bedrijf mikt tegen 2030 op een productie van 1 miljoen ton groene waterstof per jaar, in 2050 moet dit 15 miljoen ton zijn.
ZeroAvia werkt samen met een aantal van 's werelds grootste energiebedrijven om al in 2025 brandstof te kunnen leveren aan luchtvaartmaatschappijen. Eind 2025 wil het bedrijf al vliegtuigen op waterstof in de lucht hebben die tot 19 personen kunnen vervoeren.
Mohamed Jameel Al Ramahi, CEO van Masdar is enthousiast over de samenwerking. “Masdar kijkt ernaar uit om samen te werken met innovatieve partners zoals ZeroAvia voor het koolstofvrij maken van sectoren die moeilijk te vergroenen zijn, zoals de luchtvaart. Als leider op het gebied van schone energie van de VAE zijn we bewust van het potentieel van groene waterstof om een groenere toekomst voor iedereen op te bouwen.”
Val Miftakhov, oprichter en CEO van ZeroAvia realiseert zich dat een kapitaalkrachtige partner nodig is binnen het kostbare en langdurige ontwikkeltraject waar het bedrijf voor staat. “We hebben grote investeringen nodig om de toekomst van echt schone vluchten voor de hele sector te versnellen. Samen met Masdar gaan we er voor zorgen dat passagiers zo snel mogelijk zonder uitstoot en klimaateffecten kunnen vliegen.”
ZeroAvia is wereldleider op het gebied van emissievrije luchtvaart, met de focus op waterstof-elektrische vliegen. Rond 2025 moeten de waterstofvliegtuigen een bereik hebben van bijna 500 kilometer en 9 tot 19 personen kunnen vervoeren. Twee jaar later moeten de vliegtuigen op waterstof met 40 tot 80 zitplaatsen al 1100 kilometer ver kunnen vliegen.
ZeroAvia, gevestigd in de VS en Groot-Brittannië, heeft al pre-orders voor bijna 2.000 motoren binnengehaald.
Lees ook: waterstofnet-start-met-vierde-editie-hydrogen-academy

Nederland: Koning bezoekt waterstofprojecten in Noordrijn-Westfalen, Duitsland
Zijne Majesteit de Koning Willem-Alexander brengt dinsdag 14 november 2023 een bezoek aan de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Het bezoek staat in het teken van verschillende waterstofprojecten. Staatssecretaris Vijlbrief van Economische Zaken en een Nederlandse handels delegatie reizen met de koning mee.
Nederland wil in 2050 alleen nog duurzame energiebronnen gebruiken. Waterstof gaat daarbij een grote rol spelen. Zowel in Nederland als in Duitsland zijn grote volumes groene waterstof nodig om de industrie en transportsector te kunnen verduurzamen. De deelstaat Noordrijn-Westfalen wil met behulp van waterstof een klimaatneutrale industriële regio ontwikkelen. Nederland heeft de ambitie om hierin als importeur, producent en exporteur van waterstof een belangrijke rol te spelen.
Om de waterstofmarkt en de infrastructuur die daarbij nodig is op gang te brengen, is samenwerking met andere landen essentieel. Het gaat dan om samenwerking op het gebied van kennisuitwisseling, het op gang brengen van vraag en aanbod, een importstrategie en de aanleg van infrastructuur. Een Nederlandse handelsmissie van bedrijven en kennisinstellingen maakt deel uit van het bezoek om deze samenwerking verder te verstevigen en te concretiseren. Aanmelden voor deze missie kan tot en met 4 september via deze link
De Nederlandse Koning Willem-Alexander heeft de afgelopen jaren meerdere nationale en internationale bezoeken afgelegd om de waterstof-ontwikkelingen te ondersteunen. De Koning opende in 2019 de eerste substantiële testinstallatie voor groene waterstof Hystock in Groningen. Hij sprak twee jaar geleden op het congres 'Wind meets gas' over het belang van waterstof voor Nederland en de energietransitie, en bracht in dit kader onder meer bezoeken aan de TU Delft, Industriepark Kleefse Waard in Arnhem, de Rotterdamse haven, diverse projecten op de Noordzee en waterstofprojecten in Spanje, waar op grote schaal groene waterstof wordt opgewekt voor export naar Noord-Europa.
Foto: in juni 2023 bezoekt Koning Willem-Alexander een groene waterstoffabriek van Iberdrola in het zuiden van Spanje (foto RvD)
Lees ook: zuid-korea-opening-waterstoftankstation-hoengseong-voor-144-auto-s-per-dag

Zuid-Korea: opening waterstoftankstation Hoengseong voor 144 auto’s per dag
Een waterstoffeestje in Zuid-Korea. Daar is afgelopen dinsdag een nieuw waterstoftankstation geopend in de stad Hoengseong. Hier kunnen maximaal 144 auto’s per etmaal getankt worden. Ongeveer 100 belangstellenden woonden de openingsceremonie bij. Vandaag is het tankstation voor het eerst operationeel.
Waterstofrijders kunnen via de waterstoftankstation-informatie-app Hying realtime te controleren of het laadstation operationeel is, wat de waterstofvoorraad is en wat de status is van het tankende voertuig.
De totale investering bedraagt 2,5 miljoen euro, waaraan de landelijke overheid, de provincie en het leger bijgedragen hebben.
Lees ook: laatste-reis-binnenvaartschip-fod-waal-op-diesel-waterstof-volgt

Nederland: laatste reis binnenvaartschip FOD Waal op diesel, waterstof volgt
Het containerschip FOD Waal heeft de afgelopen week zijn laatste vaartocht op diesel-aandrijving gemaakt. Het schip ligt inmiddels op de scheepswerf van Holland Shipyards Group in Werkendam, waar de ombouw naar een emissievrij schip op waterstof zal beginnen. De retrofit wordt uitgevoerd door Future Proof Shipping, het bedrijf dat eerder dit jaar de FOD Maas (tegenwoordig H2 Barge 1), heeft omgebouwd naar geruisloos en emissievrij.
Om 100% emissievrij te kunnen varen worden alle verbrandingsmotoren van het containerschip verwijderd en wordt een nieuw, volledig emissievrij voortstuwingssysteem geïnstalleerd, inclusief PEM-brandstofcellen, waterstofopslag, accupakketten en een elektrische aandrijflijn. De komende weken worden de hoofdmotor en generatoren verwijderd en wordt het nieuwe brandstofcelgedeelte en de batterijruimte in het vrachtruim geïnstalleerd.
“Met trots delen wij dit moment met ons toegewijde FPS-team, HSG, Ballard Power Systems, en onze partners en supporters bij de Haven van Rotterdam, Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB), Zero Emissions Ship Technology Association (ZESTAs), WaterborneTP, NSHyMap, RH2INE en NVU Maritieme CleanTech, meldt het bedrijf op haar site. Het project wordt mogelijk gemaakt met financiële steun van het Interreg Noordzee Regio Programma (Zero Emission Ports North Sea – ZEM Ports NS), Flagships H2020 Project (Clean Hydrogen Partnership) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Wanneer de ombouw is afgerond is nog niet bekend.
Lees ook: holthausen-start-met-verhuizing-waterstoftankstation-amsterdam-westpoort

Nederland: Holthausen start met verhuizing waterstoftankstation Amsterdam Westpoort
Het Groningse bedrijf Holthausen Energy Points start na de zomervakantie met de verhuizing van het waterstoftankstation in Amsterdam. De tanklokatie aan de Australiëhavenweg wordt verplaatst naar de Beirlaweg op industrieterrein Westpoort, een zijweg van de drukke S102 en op slechts twee kilometer van de op- en afrit ‘IJmuiden’ van de snelweg A5. Het H2-station komt naast het distributiecentrum van supermarkt Albert Heijn Online en Volvo Group Truck Center, meldt directeur Carl Holthausen.
De nieuwe locatie is gelegen in het hart van het logistieke centrum van Westpoort waar de distributiecentra van Coolblue, G-Star RAW, Rivièra Maison, pakjesbezorger GSL VSDV Transport en Rapid Logistics gevestigd zijn. Holthausen is trots op het waterstoftankstation: “Holthausen Energy Points is het eerste waterstoftankstation in Amsterdam waar straks waterstof in grote volumes van 40-50 kg, in één keer getankt kan worden. Na realisatie kan hier ook waterstof geproduceerd worden en komt er een vulstation voor cilinders. Daarmee hebben klanten gemakkelijk en snel toegang tot waterstof voor hun (bouw)generatoren en hijs- en liftgereedschappen, zoals heftrucks.’’
Op het terrein van het H2-station, waar waterstof wordt aangeboden onder 350 en 700 bar, komen ook meerdere snellaadstations voor elektrische voertuigen.
Lees ook: mpower-presenteert-eerste-recreatieboot-op-waterstof-tijdens-zagle-2023

Polen: mPower presenteert eerste recreatieboot op waterstof tijdens Żagle 2023
In de Poolse stad Szczecin is afgelopen weekend een nieuwe recreatieboot met een waterstofaandrijving gepresenteerd. De boot met de naam Silent Power was voor het eerst te zien tijdens Żagle 2023, een internationale botenshow in de Łasztownia-haven van de stad. Het vaartuig biedt aan 5 tot 6 personen, heeft een modern design, ecologische composieten. De voortstuwing komt uit een waterstof-elektrische motor die is ontwikkeld door het bedrijf mPower uit Szczecin. “Het technisch ontwerp was niet gemakkelijk, maar het was zeker interessant”, zegt Marcin Hołub, voorzitter van de raad van bestuur van mPower.
De fabrikant spreekt in de Poolse media over de Silent Power als is een absoluut unieke boot, zelfs op wereldschaal. Dit is de eerste gemotoriseerde recreatieboot die wordt aangedreven door een waterstof-elektrische motor. Bij het bouwen is rekening gehouden met zowel ecologische als praktische aspecten: de structuur is vrij eenvoudig, maar tegelijkertijd maakt het ontwerp het mogelijk om deze concepten breder te gebruiken. “Het mag absoluut niet zo zijn dat alleen sjeiks in Dubai zich deze waterstofboot kunnen veroorloven’, zegt ontwikkelaar Bohdan Kryk.
Om het tankprobleem op te lossen en bij gebrek aan waterstoftankstations komt de energie uit de in de reguliere handel verkrijgbare waterstofcilinders.
Lees ook: regels-niet-goed-nageleefd-waterstofaggregaat-verwijderd-bij-wk-zeilen

Nederland: regels niet goed nageleefd, waterstofaggregaat verwijderd bij WK Zeilen
Een domper voor de organisatoren van het WK Zeilen dat afgelopen weken in de Nederlandse badplaats Scheveningen werd gehouden. Het aggregaat op waterstof, dat een deel van de stroomvoorziening op wal moest verzorgen, is op last van de brandweer verwijderd. Bij het aanvragen van de vergunning was vergeten te melden dat er een waterstof-aggregaat op het terrein komt te staan, meldt Missie H2 op haar site.
Bij het WK Zeilen, dat de afgelopen tien dagen plaatsvond in Den Haag en Scheveningen, draaide het dit jaar niet alleen om de sportieve prestaties op het water. De organisatie heeft ook laten zien oog te hebben voor duurzaamheid. Om de footprint van het evenement zo laag mogelijk te houden is er zo weinig mogelijk plastic gebruikt. Deelnemers kregen een fles van gerecycled plastic, die ze zelf kunnen vullen bij een van de acht watertappunten. Plastic flesjes met water werden er niet verkocht. Om het stroomverbruik beperkt te houden heeft de WK-organisatie besloten geen airco’s in de kantoren te installeren.
Voor de stroomvoorziening op het Kite-strand was de organisatie van plan geen gebruik te maken van een ronkend dieselaggregaat, maar eentje op waterstof. “Wij hebben er een waterstofaggregaat geplaatst”, bevestigt Marcel Kwakkel, commercieel directeur van leverancier Genpower. “Die generator werkt op een brandstofcel. Dat is inmiddels solide technologie. Het apparaat doet wat het moet doen. Er gaat waterstof in, er komt stroom uit. Een waterstofaggregaat is niet alleen stil, maar ook volledig emissieloos”.
Vlak voor de start van het evenement is er echter sprake van een domper: het waterstofaggregaat wordt na een inspectie van de brandweer verwijderd. In de vergunningaanvraag heeft de organisatie niet aangegeven dat er een waterstofaggregaat zou worden geplaatst, zegt een woordvoerder van de gemeente Den Haag. Omdat waterstofaggregaten voor de brandweer nog onbekend terrein zijn, wordt een ‘grotere veiligheidsmarge’ aangehouden. Dat wil zeggen dat er meer afstand rond het aggregaat in acht moet worden genomen dan bij een dieselaggregaat gebruikelijk is. De woordvoerder: “Het waterstofaggregaat zou verplaatst moeten worden om die ruimte te creëren, maar daar kwamen ze niet uit.” In onderling overleg is besloten het waterstofaggregaat weg te halen.
Helemaal zonder waterstof heeft het event niet gedraaid. Zoals waterstof Magazine eerder deze maand meldde is er voor het eerst een rib ingezet met een motor die draait op waterstof. Ribs zijn snelle rubberboten met een stijve romp van polyester of aluminium en worden ingezet als coachboot bij zeilwedstrijden. Doorgaans voorzien van krachtige buitenboordmotoren op diesel of benzine. De zeer wendbare ribs worden ook veel gebruikt door reddingsmaatschappijen, politie, marine, douane en bedrijven. En voor de pleziervaart. De rib op waterstof tijdens het EK in Nederland is de eerste wereldwijd.
Meer informatie op over stroomaggregaten op waterstof op de website van MissieH2
Lees ook: brazilie-toyota-start-proef-met-tankstation-dat-waterstof-maakt-uit-ethanol

Brazilië: Toyota start proef met tankstation dat waterstof maakt uit ethanol
De Japanse autofabrikant Toyota gaat in Brazilië een experimenteel tankstation bouwen voor hernieuwbare waterstof uit ethanol. Voorlopig is het nog een kleine faciliteit, geschikt om per dag maximaal drie bussen en een personenauto te tanken. Per uur kan er uit ethanol 4,5 kilo waterstof geproduceerd worden. De proef vindt plaats bij Cidade Universitária, de universiteit in de miljoenenstad São Paulo.
Een van de belangrijke partners in het unieke project is Shell Brasil, dat samen met het National Agency of Petroleum en Natural Gas and Biofuels ruim 9 miljoen euro in het project investeert.
“Het doel van dit innovatieve project is om te proberen aan te tonen dat ethanol een drager kan zijn voor hernieuwbare waterstof. Door waterstof in de vorm van ethanol te transporteren kan gebruik worden gemaakt van de bestaande logistieke ketens”, zegt de president van Shell Brasil, Cristiano Pinto da Costa bij de presentatie van het project.
Op de proeflocatie van ruim 400m2 zal een ethanol-steamreformer worden geplaatst die is ontwikkeld en geproduceerd door de firma Hytron. In het systeem vindt de omzetting van ethanol naar waterstof plaats via een chemisch proces dat stoomreforming wordt genoemd. Tijdens de proefperiode valideren de onderzoekers de berekeningen over de emissies en kosten van het waterstofproductieproces.
“Onze schatting op dit moment is dat de kosten van het produceren van waterstof uit ethanol vergelijkbaar zijn met de kosten van het produceren van waterstof uit aardgas. De emissies zijn echter een stuk lager en vergelijkbaar met de productie van waterstof via electrolyse”, legt Julio Meneghini, wetenschappelijk directeur van het onderzoeksinstituut RCGI, uit.
De ethanol die nodig is om waterstof te produceren, wordt geleverd door Raízen, de grootste wereldwijde producent van ethanol uit suikerriet.
De waterstof die op het station wordt geproduceerd, zal de bussen van de Metropolitan Urban Transport Company in São Paulo van brandstof voorzien. Deze zullen alleen worden ingezet op en rond het universiteitsterrein. Naar verwachting zal het proefstation in de tweede helft van 2024 operationeel zal zijn.
Lees ook: chili-retailgigant-walmart-opent-eerste-groene-waterstoffabriek-in-latijns-amerika

Chili: retailgigant Walmart opent eerste groene waterstoffabriek in Latijns-Amerika
De Amerikaanse retailer Walmart heeft een primeur in Latijns-Amerika. De afgelopen week opende het bedrijf een fabriek voor groene waterstof bij het distributiecentrum in Santiago, de hoofdstad van Chili. De fabriek is ontwikkeld en gebouwd in samenwerking met Engie en moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan een emissievrij bedrijf in 2040. De opening van de fabriek is bijgewoond door Walmart Inc. CEO Doug McMillon, Cristián Barrientos, CEO van Walmart Chili, en verschillende overheidsfunctionarissen.
"We zien een enorm potentieel voor ons bedrijf en gaan het gebruik van waterstof-technologie uitbreiden naar alle distributiecentra van Walmart in het hele land”, liet topman Cristián Barrientos van Walmart Chili zijn toehoorders weten. “We willen het interne logistieke netwerk van het retailbedrijf in het hele land uiterlijk in 2025 voorzien van groene waterstof. En we kijken ook naar andere toepassingen.”
In eerste instantie gaat de waterstoffabriek H2 produceren voor 200 vorkheftrucks die nu nog op accu’s werken. De voertuigen voor intern transport krijgen allemaal een brandstofcel. Walmart meldt dat hiermee 250 ton giftig afval van accu’s per jaar wordt bespaard. In de loop van het 15-jarige project verwacht Walmart dat het de uitstoot van CO2 in de atmosfeer met 17.100 ton zal verminderen, het equivalent van het planten van 34.200 bomen.
"Walmart is al in 2012 begonnen met het gebruik van waterstof binnen de logistiek, met een vloot van 50 voertuigen en vorkheftrucks in de VS. Sindsdien hebben we het waterstofproject uitgebreid tot meer dan 9.500 vorkheftrucks", aldus CEO McMillon. “Met meer dan tien jaar ervaring en vooruitgang, is Walmart goed gepositioneerd om te investeren in Chili als producent van schone energie, inclusief groene waterstof.
Het potentieel van het opwekken van groene waterstof uit zon en wind in Chili is enorm. De Chileense regering heeft van hernieuwbare energie een prioriteit gemaakt. Als gevolg daarvan hebben de Chileense zonne- en windenergiesectoren hun opwekkingscapaciteit de afgelopen jaren vervijfvoudigd, waarbij naar verwachting tot 70% van de opgewekte elektriciteit in het land hernieuwbaar zal zijn. Chili wil een duurzame economie rond de opwek van waterstof bouwen.
Walmart haakt in op het groene beleid van de overheid. Inmiddels is 84% van het stroomverbruik van Walmart Chili afkomstig uit schone energiebronnen. De meer dan 390 vestigingen liggen op schema om het doel om op 100% hernieuwbare energie te werken te halen. De uiterste datum is 2035. “We hebben ons ten doel gesteld om een regeneratief bedrijf te worden. Een bedrijf dat de zaken beter achterlaat dan we ze aantroffen”, aldus McMillon. “De energietransitie die onze wereld nodig heeft, is niet eenvoudig, maar door samen te werken kunnen we het.”
De Amerikaanse retailer Walmart heeft 10.500 winkels en tal van e-commerce websites in 20 landen. Het bedrijf draait dit jaar een omzet van 560 miljard euro en heeft wereldwijd ongeveer 2,1 miljoen medewerkers in dienst.
Lees ook: nederland-nieuwe-handelsmissie-maakt-kennis-met-waterstofbedrijven-in-australie

Frankrijk: H2SYS bouwt nieuwe fabriek voor stroomgeneratoren op waterstof
Het Franse bedrijf H2SYS krijgt steun van de Franse overheid om een nieuwe fabriek voor waterstofgeneratoren te bouwen. Het bedrijf uit Belfort investeert 10 miljoen euro in een fabriek van 5000m2 en een buitenterrein van 200m2. Waterstofbedrijf H2SYS is een van de winnaars van het Franse programma Tech 2030 en wordt beschouwd als een hoogwaardig technologisch bedrijf met veel groeipotentie. Het bedrijf produceert draagbare stroomgeneratoren op waterstof van 1 tot 8 kVA en grotere generatoren van 50 tot 130 kVA
Sinds 2017 ontwerpt en produceert H2SYS brandstofcelsystemen en waterstofgeneratoren in Belfort, in het oosten van Frankrijk. Met brandstofcelsystemen en waterstofgeneratoren kan waterstof worden omgezet naar stroom. In de huidige werkplaats staan twee productielijnen voor maximaal zes standaard H2SYS-producten en een lijn voor specifieke producten. Maar dat gaat in de toekomst veranderen. “We gaan van een huidige productiecapaciteit van zo'n 150 machines per jaar naar 800 of 1.000 machines per jaar” , zegt Sébastien Faivre, CEO van H2SYS in de regionale media. “We gaan ook over van serieproductie naar massaproductie, hierdoor gaan de productiekosten fors omlaag.”
Topman Sébastien Faivre ziet de huidige omzet sterk stijgen, van 700.000 euro in 2021 naar 1,4 miljoen in 2022. Dit jaar zet de groei opnieuw door. De klanten van het H2SYS zijn bedrijven actief in de bouw, de onderhoudssector en de evenementen-industrie. Allemaal plekken waar tijdelijk stroom nodig is dat niet beschikbaar of bereikbaar is via de bestaande stroomkabels. Op steeds meer plekken mogen geen schadelijke emissies worden uitgestoten. De waterstofgeneratoren halen de energie uit waterstof, geleverd in cilinders of via tankwagens.
Lees ook: toyota-heeft-vertrouwen-in-nieuwe-ontwikkelingen-in-de-waterstoftechnologie

Japan: Toyota heeft vertrouwen in nieuwe ontwikkelingen in de waterstoftechnologie
Autofabrikant Toyota blijft geloven in de toepassing van waterstof binnen de mobiliteit. Het Japanse bedrijf is van mening dat er naast batterij-elektrisch, ruimte is voor alternatieve emissievrije brandstoffen. Door technische innovaties en het opschalen van de productie denkt het bedrijf dat de waterstofauto wat kostprijs betreft in de buurt zal komen van een voertuig op batterijen.
Toyota denkt dat in eerste instantie een nieuwe generatie brandstofcellen 37% goedkoper zal worden. De vooruitgang die hiervoor nodig is bestaat uit technische ontwikkelingen en een hoger productievolume. Als het de Japanners lukt om in 2030 200-duizend waterstofvoertuigen te verkopen gaan de productiekosten met 50% dalen. De groei in verkopen moet hierbij vooral komen uit waterstofvoertuigen voor de zakelijke markt.
Efficiëntere systemen gaan er in de toekomst voor zorgen dat de actieradius van de waterstofauto’s met 20% toeneemt. De onderhoudskosten nemen de komende jaren flink af. Toyota wil dat de voertuigen 2,5 keer langer kunnen rijden als een dieselvoertuig, voordat een onderhoudsbeurt nodig is.
Maar ook de prijs van waterstof moet naar beneden. In Thailand loopt een onderzoek naar de productie van goedkope waterstof uit biogas en met partner Denso wordt gewerkt aan een nieuw elektrolyser-systeem dat waterstof kan produceren met een kostenreductie van 50%. Ten slotte moet de overgang van gasvormige waterstof naar vloeibare waterstof het mogelijk maken om de afmetingen van de tanks te verkleinen.
Op welke termijn Toyota deze veranderingen wil doorvoeren, heeft de autofabrikant nog niet gemeld.
Foto: het Toyota Hydrogen Center in Melbourne, Australië.
Lees ook: usa-vier-durfinvesteerders-steken-12-miljoen-in-waterstof-startup-advanced-ionics

USA: vier durfinvesteerders steken 12 miljoen in waterstof startup Advanced Ionics
Het Amerikaanse waterstofbedrijf Advanced Ionics heeft bij een aantal durfinvesteerders bijna 12 miljoen Euro opgehaald voor de verdere ontwikkeling van een nieuw productieproces voor waterstof. Het bedrijf werkt daarbij met de Symbiotic Electrolyzer Technology, die gebruik maakt van stoom dat op veel grote productiebedrijven al aanwezig is. Advanced Ionics claimt dat hiermee waterstof geproduceerd kan worden voor een prijs die lager ligt dan één euro per kilo.
De bedrijven BP Ventures, Mitsubishi Heavy Industries, Clean Energy Ventures en Gatemore Capital Management gaan gezamenlijk investeren in de startup. Groene waterstof, geproduceerd door watersplitsing via elektrolyse met behulp van hernieuwbare energie, zal naar verwachting een sleutelrol spelen bij het koolstofvrij maken van transport en industrie. Groene waterstof wordt nu nog kleinschalig geproduceerd en is tot vijf keer duurder dan grijze waterstof geproduceerd via steam-reforming. De technologie van Symbion, maakt gebruik van de warmte die vrijkomt bij de bestaande activiteiten van een fabriek. Hierdoor wordt aanzienlijk efficiënter omgesprongen met het energieverbruik van een fabriek. Bij traditionele electrolysers wordt ongeveer 50 kWh verbruikt voor de productie van waterstof. Het systeem van Advanced Ionics vraagt slechts 35 kWh, een besparing van 30%. De stroomprijs bepaalt meer dan 70% van de totale kosten van groene waterstof.
De nieuwe techniek is vooral interessant voor productiebedrijven van ammoniak. Hiervoor wordt al stoom op hoge temperatuur geproduceerd. Door hiervan optimaal gebruik te maken denkt Advanced Ionics de kostprijs voor waterstof sterk te verlagen.
Een van de investeerders, oliegigant BP, dat de koolstofuitstoot de komende decennia sterk wil verminderen, zet hoog in op groene waterstof. Tegen 2030 wil het tussen de 0,5 en 0,7 miljoen ton groene waterstof per jaar produceren.
Lees ook: eerste-iveco-vrachtauto-s-op-waterstof-eind-dit-jaar-op-de-europese-wegen

Europa: eerste Iveco vrachtauto’s op waterstof eind dit jaar op de Europese wegen
Vrachtautofabrikant Iveco introduceert twee emissievrije zware voertuigen. De Iveco Heavy Duty BEV op batterijen met een actieradius tot 500 km en een truck op waterstof met een actieradius tot 800 kilometer. De voertuigen zijn samen met de voormalige Amerikaanse partner Nikola ontwikkelt (foto), maar worden onder de naam Iveco op de markt gebracht, nu Nikola zich heeft teruggetrokken uit Europa.
De twee verschillende electrische voertuigen zijn ontwikkeld op het Iveco S-Way-platform, dat -mits aangepast- , zowel batterij- als brandstofcelaandrijftechnologieën kan verwerken dankzij een modulair ontwerp.
De Iveco Heavy Duty FCEV op waterstof heeft een actieradius tot 800 kilometer. Met een tanktijd van minder dan 20 minuten is het volgens Iveco een goede oplossing voor gebruik over lange afstanden in zwaar wegtransport. De gezamenlijke tanks hebben ruimte voor bijna 70 kilo waterstof onder een druk van 700 bar.
De eerste Iveco Heavy Duty FCEV-trekkers zullen eind 2023 worden geleverd in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. De introductie is onderdeel van het Europese H2Haul-project, medegefinancierd door Clean Hydrogen Partnership, dat tot doel heeft de acceptatie van waterstofoplossingen in het commerciële wegvervoer te versnellen en de marktintroductie van brandstofceltrucks in grote aantallen in de komende jaren mogelijk te maken.
De twee verschillende emissievoertuigen worden gebouwd in de reeds bestaande Iveco-fabriek in de Duitse stad Ulm.
Lees ook: ballard-levert-96-nieuwe-brandstofcelsystemen-aan-solaris-bus-in-polen

Canada: Ballard levert 96 nieuwe brandstofcelsystemen aan Solaris Bus in Polen
Het Canadese bedrijf Ballard Power Systems meldt een bestelling van 96 brandstofcelsystemen van Solaris. Deze Poolse busfabrikant boekt succes in heel Europa met de verkoop van stad- en streekbussen op waterstof. Het bedrijf heeft inmiddels meer dan 100 waterstofbussen verkocht in verschillende landen, waaronder Duitsland, Polen en Nederland. Ballard, met de hoofdvestiging in Vancouver, verwacht dat de eerste brandstofcelsystemen eind 2023 zullen worden geleverd, de rest volgt in 2024.
Er gaan 52 Solaris waterstofbussen binnen het streekvervoer van Rebus Regionalbus Rostock op waterstof rijden. Om de bussen van waterstof te voorzien heeft Rebus twee waterstoftankstations besteld die worden geplaatst op depots in Güstrow en Bad Doberan. Het Nederlandse bedrijf Resato gaat de tankstations, met een capaciteit van 2000 kilo H2 per dag, leveren. De tankstations zijn afgestemd op de groei van het aantal voertuigen op waterstof in de regio.
Ballard heeft ook een bestelling ontvangen waterstofsystemen voor bijna 50 bussen die in verschillende Europese steden gaan rijden. Solaris heeft onder andere 25 H2-bussen verkocht het busbedrijf in Duisburg, 12 aan Hamburg en 12 aan Aschaffenburg.
Het beursgenoteerde bedrijf Ballard richt zich op de ontwikkeling van emissievrije mobiliteit en energievoorziening. Ballard produceert brandstofcelsystemen voor bussen, vrachtwagens, treinen, schepen en stationaire stroom.
Eind juli meldde Ballard een order voor brandstofcelsystemen van Canadian Pacific Kansas City. Deze brandstofcellen leveren een vermogen van 18.200 kW en worden geplaatst in zware locomotieven.
Lees ook: usa-eerste-veerboot-op-waterstof-gaat-deze-maand-varen-in-san-francisco-bay

USA: eerste veerboot op waterstof gaat deze maand varen in San Francisco Bay
In de haven van San Francisco begint deze maand een proef met een veerboot op waterstof. Het is de eerste boot voor passagiersvervoer in de Verenigde Staten. De afgelopen maanden heeft de ferry, met de naam MV Sea Change, al de eerste testvaarten gemaakt zonder passagiers.
Een van de belangrijkste procedures die zijn uitgewerkt is het tankproces. Onder leiding van de Amerikaanse kustwacht wordt dit traject onderzocht op veiligheid. Dit is een van de laatste stappen om de veerboot passagier-klaar te maken. Als alles succesvol verloop wordt de MV Sea Change deze maand in de officiële dienstregeling opgenomen en gaat een half jaar varen tussen Pier 41 aan de noordelijke waterkant van de stad en de Downtown San Francisco Ferry Terminal.
De ferry, met plaats voor 75 passagiers, is gebouwd door scheepswerf All American Marine in opdracht van de SWITCH Maritime. Het schip, ontworpen door Incat Crowther, is uitgerust met brandstofcellen die elektriciteit produceren om de elektromotoren aan te drijven, waardoor het schip afstanden tot 300 zeemijlen (bijna 500 km) kan afleggen en snelheden tot 20 knopen (37 km p/h) kan halen. De boot vaart met brandstofcellen van Cummins die 360 kW kunnen leveren. In de waterstoftanks van Hexacon kan 246 kilo waterstof worden opgeslagen. Het waterstofsysteem wordt ondersteund door een lithium-ionbatterij van 100 kWh en de elektromotoren hebben een vermogen van 2 x 300 kW.
Afbeelding: de MV Sea Change tankt waterstof bij een mobiel tankstation in de oude haven van San Francisco
Lees ook: hoge-prijs-van-waterstof-is-de-grootste-uitdaging-voor-industrie-en-transport

Europa: hoge prijs van waterstof is de grootste uitdaging voor industrie en transport
“Bij 82% van de projecten die van plan zijn om waterstof te gebruiken om productieprocessen en het vervoer emissievrij te maken is geen overeenkomst afgesloten voor de levering van groene waterstof.” Dat zegt waterstofanalist Marina Domingues van Rystad Energy tegen persbureau Bloomberg. De belangrijkste reden is dat waterstof nog niet kan concurreren op prijs met relatief goedkope fossiele brandstoffen.
“Overschakelen naar groene waterstof is een kostbare zaak”, zegt Rob Flello, CEO van de British Ceramic Confederation in een landelijk vakblad. Een aantal bedrijven test het gebruik van waterstof voor het produceren van keramiek, maar heeft nog geen contracten gesloten om grote hoeveelheden in te kopen. Het financiële risico is voor de deelnemers te groot. Het eindproduct kan dan niet meer concurreren met de markt, waar de prijs een belangrijke factor is.
"Kopers zijn zeer terughoudend met het aangaan van contracten die hen de komende 20 jaar aan een vaste prijs gaan binden", zegt Cathy Shepherd, bij de bank Citigroup verantwoordelijk voor de overgang naar schone energie. "Er is veel onzekerheid over prijs van waterstof op de lange termijn. Lage energiekosten zijn voor veel bedrijven van levensbelang.”
Op de markt voor zonne- en windenergie liggen zaken eenvoudiger. Ontwikkelaars verkopen eerst de energie met langer termijncontracten, alvorens ze daadwerkelijk gaan investeren in zonnepanelen en windmolens. Daarmee kan de bouw worden gefinancierd. Bij waterstof is dat een stuk moeilijker, aangezien zowel kopers als ontwikkelaars zich richten op mogelijke overheidssubsidies om de markt op gang te helpen. Door een hoge stroomprijs is groene waterstof ook nog eens een flink stuk duurder dan fossiele brandstof.
Er zijn diverse voorbeelden van grote internationale bedrijven die veel beleven, maar weinig verandering laten zien. Ondernemingen als het Duitse BASF SE en Thyssenkrupp AG, die zich beide hebben gecommitteerd aan het verminderen van de uitstoot en daarvoor waterstof nodig hebben, willen geen commentaar te geven op de vraag of ze contracten hebben getekend. Yara International ASA, Europa's grootste kunstmestproducent, meldt dat het bedrijf een "principe afnameovereenkomst" heeft afgesloten, maar wil geen verdere details te verstrekken.
De harde realiteit is dat bedrijven wel willen verduurzamen, maar zodra de eindproducten duurder worden dan die van de concurrent, is de keuze snel gemaakt. Uiteindelijk worden directies afgerekend op financiële resultaten.
Lees ook: goedkoopste-waterstof-komt-uit-brazilie-australie-algerije-en-spanje

Duitsland: goedkoopste waterstof komt uit Brazilië, Australië, Algerije en Spanje
Uit een recent onderzoek van het Fraunhofer Instituut voor Zonne-energie, opgesteld in opdracht van de Duitse H2Global Foundation, komt de goedkoopste waterstof geproduceerd voor de Europese markt in de toekomst uit Brazilië, Australië, Algerije en Spanje. In deze landen kan voor de laagste kosten groene stroom worden opgewekt en kan waterstof per pijpleiding of schip naar Europese landen worden vervoerd. Gebieden waar wel veel potentie zit om grootschalig en goedkoop groene stroom op te wekken zijn India, de Oekraïne, Zuid-Afrika en Mexico, maar er worden vraagtekens geplaatst of deze landen kunnen concurreren met de top van de wereld.
Het rapport van het Fraunhofer Instituut geeft aan hoeveel het zou kosten om groene waterstof, ammoniak, methanol en synthetische vliegtuigbrandstof via een pijpleiding of per schip naar Duitsland te vervoeren. 39 regio’s in 12 landen zijn daarbij onderzocht. Al deze gebieden hebben in het verleden aangegeven grootschalig groene waterstof te willen produceren en deze aan te bieden op de wereldmarkt.
Een combinatie van veel zon en veel wind staat aan de basis van een lage productieprijs voor waterstof. Daarnaast spelen transportkosten over lange afstanden een belangrijke rol. Uit het onderzoek blijkt dat Brazilië, Australië en La Guajira, een regio in het noorden van Colombia, de laagste kosten van hernieuwbare energie bieden, namelijk € 35-47/MWh voor zonne-energie en € 41-55/MWh voor wind. Met deze energieprijs kan waterstof geproduceerd worden voor tussen de € 3,21-3,60 per kilogram H2. Deze prijs ligt in veel gebieden onder de prijs van grijze waterstof, geproduceerd uit duur aardgas. De Rotterdamse Haven heeft inmiddels met de haven van Pecém in Brazilië (foto) een MOU getekend over een waterstofcorridor naar Europa.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de H2Global Stiftung, een Duitse organisatie die als doel heeft het bevorderen van de bescherming van het milieu en het klimaat, evenals het bevorderen van wetenschap en onderzoek. Dit wordt bereikt door maatregelen die de productie en het gebruik van groene waterstof en andere klimaatneutrale energiedragers nationaal en internationaal bevorderen. De missie van H2Global Stiftung is om de opkomst van vraag- en aanbodmarkten voor groene waterstof en Power-to-X in Europa en wereldwijd te versnellen.
Het complete rapport van 206 pagina’s is te lezen via deze link. (Engelstalig)
Lees ook: shell-hydrogen-pay-per-use-levert-h2-trucks-voor-vaste-maandlasten

Duitsland: Shell Hydrogen Pay-Per-Use levert H2-trucks voor vaste maandlasten
Shell introduceert in Duitsland een nieuw concept voor de uitrol van zware vrachtauto’s op waterstof. Via het nieuwe Shell Hydrogen Pay-Per-Use-platform kunnen wagenparkbeheerders tegen een vast maandelijks bedrag een vrachtwagen op waterstof huren, inclusief alle benodigde diensten. De deelnemers kunnen een eventuele ombouw van fossiel naar vrachtwagens op waterstof realiseren met lagere investeringskosten, complexiteit en risico's.
"We stimuleren vooruitgang door samen met klanten een waterstofeconomie op te bouwen en de energietransitie naar netto-nulemissie te versnellen", zegt Andreas Janssen, Hydrogen Mobility Commercial Manager Europe van Shell. “Met vrachtwagens op waterstof wordt de schadelijke CO2-uitstoot verminderd. Afhankelijk van het truckmodel is de actieradius maximaal 450 kilometer en duurt het tanken 15 minuten. Het is belangrijk voor ons om verschillende technologische oplossingen te onderzoeken en te testen om te helpen om het transport in de toekomst koolstofarmer te maken. Er is nog een lange weg te gaan, vooral in het goederenvervoer over de weg, omdat het niet duidelijk is welke technologische oplossing uiteindelijk zal gaan winnen. Het is daarom belangrijk voor ons om een technologie-open benadering na te streven en zoveel mogelijk ervaring op te doen,” aldus Shell.
Shell Hydrogen Pay-Per-Use is een oplossing voor het transport op en het tanken van waterstof, met een maandelijks tarief op basis van kilometerstand, inclusief het voertuig, waterstof, verzekering en onderhoud, operationele instructies en klantenondersteuning.
De eerste 25 15-tons brandstofcel-elektrische voertuigen van fabrikant Paul Nutzfahrzeuge van het type Mercedes-Benz Atego, blijven eigendom van Shell, en zijn voor transporteurs vanaf de tweede helft van dit jaar beschikbaar. Paul Nutzfahrzeuge GmbH, in Vilshofen an der Donau, gaat de klanten ondersteunen bij de overstap en geeft 24 uur per dag klantondersteuning.
Lees ook: nederland-rap-clean-vehicle-technology-bouwt-mobiele-hydrogen-demonstrator

Nederland: RAP Clean Vehicle Technology bouwt mobiele Hydrogen Demonstrator
Het Nederlandse bedrijf RAP Clean Vehicle Technology presenteert een mobiele Hydrogen Demonstrator om waterstoftrainingen met praktijkvoorbeelden te kunnen ondersteunen. Het bedrijf heeft daarvoor het waterstofsysteem van een Hyundai iX35 Fuel Cell uit de auto verwijderd en overzichtelijk op een aanhangwagen geplaatst. Eigenaar Gert-Jan Rap wil daarmee het theoretische gedeelte van zijn waterstoftrainingen direct in praktijk laten zien.
RAP Clean Vehicle Technology uit het Gelderse Toldijk geeft trainingen over waterstoftechnologie over de hele wereld. De nieuwe mobiele Hydrogen Demonstrator bevat alle componenten van een compleet Fuel Cell systeem, H2-vulaansluiting, "cut-away" 700 bar cilinders, Fuel Cell stack inclusief BoP, E-motor, accusysteem en zelfs het uitlaatsysteem. De trailer met het waterstofsysteem is alleen in Europa beschikbaar, op iedere plek waar een auto kan komen. Buiten Europa is online training een optie.
RAP verzorgt trainingen gericht op het gebied van gasvormige brandstoffen CNG, LNG en waterstof. Dit voor on-road, off-road en non-road voertuigen en machines. Optioneel kan het bedrijf monteurs en ingenieurs kwalificeren volgens uw nationale kwalificatiestructuur of volgens de Duitse DGUV FBHM-099-structuur op de niveaus S tot 2S of niveau E tot 3E.
Eigenaar Gert-Jan Rap heeft ruim een maand aan de mobiele opstelling gewerkt. “We hebben vanuit de markt een Hyundai Fuel Cell auto aangeschaft om de waterstoftechnologie middels praktijktrainingen naar een hoger niveau te tillen en meer technici op te leiden. Het uiteindelijke doel is om gecertificeerd en veilig met waterstofsystemen binnen de mobiliteit te kunnen werken. Door de theorie voortaan direct met praktijksituaties te kunnen ondersteunen bieden we een zeer compleet en aantrekkelijk pakket.”
Lees ook: nederland-wereldprimeur-met-coachboot-op-waterstof-tijdens-wk-zeilen-in-den-haag

Nederland: wereldprimeur met coachboot op waterstof tijdens WK Zeilen in Den Haag
Een wereldprimeur tijdens de Wereldkampioenschappen Zeilen 2023 in Den Haag, Nederland. Daar presenteert Nederlandse zeilorganisatie Watersportverbond een rib op waterstof. Ribs zijn snelle rubberboten met een stijve romp van polyester of aluminium en worden ingezet als coachboot bij zeilwedstrijden. Doorgaans zijn de vaartuigen voorzien van krachtige buitenboordmotoren op diesel of benzine. De zeer wendbare ribs worden ook veel gebruikt door reddingsmaatschappijen, politie, marine, douane, bedrijven en pleziervaart.
De ontwikkeling van de eerste rib op waterstof ontstond met een idee van de Nederlandse Olympische zeilcoach Jaap Zielhuis tijdens de Wereldkampioenschappen Zeilen 2018 in Denemarken. Het Nederlandse Sailing Innovation Centre bracht vervolgens de Watersportverbond, Technische Universiteit Delft, De Stille Boot, Intelligent Energy, Hyfly, Koedood Marine Group en Scheepswerf Habbeké samen om de plannen uit te werken. De H2C Boat is uiteindelijk ontwikkeld door de Nederlandse startup H2 Marine Solutions.
Het vaartuig is uitgerust met een Torqeedo Deep Blue 50R buitenboordmotor, aangedreven door een Deep Blue-batterij van 40 kWh en een brandstofcel met een vermogen van 51 kWh. Door een combinatie van batterij en brandstofcel kan minimaal 5 uur achter elkaar worden gevaren. De H2C-boot is zes meter lang, weegt 1000 kilo en haalt een topsnelheid van 45 km/u. En dat alles helemaal stil en emissievrij. De innovatieve coachboot is de afgelopen maanden in de praktijk getest door TeamNL Zeilen en was te eerder te zien tijdens het event Eemshaven 50 jaar en op Sail Den Helder. Dit is het eerste WK voor een waterstof rib.
Het Wereldkampioenschappen Zeilen 2023 worden gehouden in Den Haag, Nederland, van 8 tot en met 20 augustus 2023. Het wordt de zesde editie van de Wereldkampioenschappen Zeilen. Het is het wereldkampioenschap voor alle disciplines op de volgende Olympische Spelen.
Lees ook: japan-zomerfeestje-succes-verzekerd-marshmallows-en-hanpen-op-de-waterstofgrill

Nederland: eerste Remeha waterstof cv-ketels draaien in Lochem, Hoogeveen volgt
Plannen voor de bouw van groene waterstoffabrieken volgen elkaar in hoog tempo op. Daarnaast sluit het ministerie van Economische Zaken & Klimaat de ene na de andere deal voor de toekomstige import van groene waterstof. Maar wie gaat die klimaatneutrale brandstof en grondstof straks gebruiken? Deze keer kijken we naar de toekomstige verwarming van woonhuizen. Als er straks waterstof door de huidige aardgasleidingen stroomt is Remeha er klaar voor.
Waterstof is voor CV-ketelfabrikant Remeha niet hét antwoord op de energietransitie, maar is er wel een belangrijk onderdeel van. “De traditionele aardgasgestookte ketel is al op zijn retour”, vertelt CEO Arthur van Schayk tijdens een videogesprek. “Voor ons is het als bedrijf belangrijk om ons te positioneren als leverancier van binnenklimaatoplossingen.” Dat betekent dat Remeha naast de aloude CV-ketel ook investeert in elektrische warmtepompen en in systemen voor stadswarmte. “We hebben bedrijven overgenomen op dat vlak. Het is een grote verandering voor ons.”
Net zoals op veel andere gebieden is groene elektriciteit de meest efficiënte en logische manier om te verduurzamen. Van Schayk verwacht dat van de 8 miljoen huishoudens in Nederland er ongeveer 6 miljoen kunnen overstappen op een elektrische warmtepomp of aangesloten worden op een warmtenet. “Daarmee kan al ongeveer 70 procent van het jaarlijkse aardgasgebruik van 8 miljard kuub in de gebouwde omgeving bespaard worden.” Hierbij speelt de hybride warmtepomp, die zowel stroom als aardgas gebruikt, een belangrijke rol.
Maar voor een groot aantal gebouwen, vaak oudere of monumentale panden, is een warmtepomp niet mogelijk en is er ook geen warmtenet in de buurt. “In die gevallen moet je in de toekomst met een ketel blijven werken, maar dan gestookt met groen gas of waterstofgas.” Het gaat om een behoefte van 2 tot 3 miljard kubieke meter gas per jaar. En dan zijn er natuurlijk ook nog andere gebouwen dan woningen: kantoren, scholen en ziekenhuizen bijvoorbeeld. Ook die moeten op termijn allemaal van het gas af, en ook hier zal een mix van oplossingen toegepast worden, van warmtepompen en stadswarmte tot waterstof.
Voor individuele huishoudens is het vaak moeilijk om een keuze te maken, ook omdat het afhankelijk is van de gemeente of er wel of niet een warmtenet in de wijk komt. “We zien dat gemeenten zich graag committeren aan klimaatdoelstellingen en verduurzaming, maar ze vragen zich wel af: hoe dan?”, schetst Van Schayk. “Als je zoals wij een breed pakket hebt, kun je altijd een oplossing vinden. Maar je moet op individueel niveau communiceren met bewoners. Keukentafelgesprekken zijn cruciaal voor acceptatie en succes.”
En als de infrastructuur er nog niet klaar voor is, kun je volgens Van Schayk nog best in een conventionele CV-ketel investeren. “Wij geven een inruilgarantie wanneer je binnen 5 jaar naar stadswarmte gaat.” Het vinden van een oplossing is complexer dan iedereen denkt, zegt de Remeha-baas. “Het begint met voorlichting. Webinars, maar ook dus die keukentafelgesprekken. We doen dat samen met gemeenten. Het is en blijft maatwerk.”
De ontwikkeling van waterstof als oplossing van de gebouwde omgeving is volgens Van Schayk gekoppeld aan het beschikbaar komen van groene waterstof en de bouw van de infrastructuur om het bij bedrijven en burgers te krijgen. “De zware industrie en het transport krijgen de eerste prioriteit bij het bouwen van de netwerken. Dat is logisch. Maar in een tweede fase zal de waterstofinfrastructuur ook beschikbaar komen op andere plekken.”
Van Schayk noemt als voorbeeld de ontwikkeling in Naarden Vesting. “Daar is de industrie bezig met een elektrolyser. Als die er eenmaal staat is er capaciteit over. Dan leg je leidingen naar woonwijken, en voilà, je kunt woningen verduurzamen.” Op deze manier kunnen steeds meer woonwijken verwarmd worden met 100 procent waterstof. Van Schayk: “Wordt het een grote markt? Dat denk ik niet. Wordt het een belangrijke nichemarkt? Dat denk ik wel.”
Voorlopig zijn alle oplossingen naast elkaar nodig om de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent te verlagen. “Als we de reductiedoelstellingen gehaald hebben, dan bepaalt de onderlinge concurrentie wat de exacte marktaandelen zullen zijn. We moeten het aanbod ontwikkelen, daarna is de prijsontwikkeling cruciaal.
Overheden en bedrijven moeten de handen ineen slaan om de waterstofmarkt van de grond te tillen, meent Van Schayk. Er zijn al een aantal proefprojecten in onder meer Lochem, Hoogeveen volgt later dit jaar. “Daar hebben we er meer van nodig. We willen meer projecten hebben waarbij we huizen verwarmen met 100 procent waterstof. Dat is nodig om zowel de beschikbaarheid van waterstof, de ontwikkeling van de technologie, als een lagere prijs te stimuleren.”
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Foto: sinds december 2022 worden er tien Remeha waterstofketels in praktijk getest in monumentale woningen in Lochem
Lees ook: nederland-binnenvaart-cooeperatie-nprc-varen-op-groene-h2-in-plaats-van-diesel

Nederland: binnenvaart-coöperatie NPRC, varen op groene H2 in plaats van diesel
Binnenvaartondernemer Harm Lenten is een pionier. Hij is de eerste scheepvaartondernemer in Nederland die een nieuw schip laat bouwen dat volledig door groene waterstof zal worden aangedreven. “Ik kijk er nu al naar uit om volgend jaar de eerste kilometers geruisloos én emissievrij door Nederland af te leggen”, zei Lenten in maart 2022 tijdens de start van de bouw. Daarbij was ook toenmalig minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat aanwezig. Eind deze maand wordt het schip in de vaart genomen.
Het nieuwe schip - ‘ms Antonie’ - is 135 meter lang en wordt voorzien van brandstofcellen die groene waterstof omzetten in elektriciteit. Bij het verbruik van waterstof komen geen CO2 en fijnstof vrij. Daarom is waterstof schoon. Dit in tegenstelling tot gasolie, de diesel-achtige brandstof die normaal gesproken in de binnenvaart wordt gebruikt. In 2021 was de Nederlandse scheepvaart (zeevaart en binnenvaart) volgens het CBS verantwoordelijk voor 4,4 procent van de nationale CO2-uitstoot. In de Green Deal Binnenvaart hebben de overheid en de binnenvaartsector afgesproken de uitstoot van CO2 en van vervuilende stoffen fors te reduceren. In 2030 moeten de CO2-emissies 40 tot 50 procent lager liggen dan in 2015. Het Europese doel is dat de gehele binnenvaart in 2050 emissievrij moet zijn.
Het waterstof-elektrisch aangedreven schip van Harm Lenten is daarom een belangrijke testcase, vertelt Femke Brenninkmeijer, ceo van NPRC, een coöperatie van 150 binnenvaartondernemers. “Op korte termijn kunnen we CO2 reduceren door biobrandstoffen bij te mengen, maar op langere termijn is groene waterstof een van de oplossingen. Met het waterstof aangedreven schip van Harm Lenten hopen we een blauwdruk voor de sector te creëren."
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, legt Brenninkmeijer uit. Er zijn nogal wat uitdagingen, met name op het gebied van financiën, infrastructuur en de benodigde wet- en regelgeving. Zo is de bouw van een waterstofschip twee keer zo duur als een conventioneel binnenvaartschip. Het ministerie draagt daarom bij aan de bouwkosten om de business case voor Lenten rond te krijgen. “Zo kunnen we van dit pilotproject leren, en de kennis die we opdoen delen met andere ondernemers.”
Ook een geïntegreerde ketenaanpak is cruciaal, benadrukt Brenninkmeijer, want Lenten kan niet zelf alle puzzelstukjes op tafel leggen. Dat betekent dat NPRC in haar rol van logistiek dienstverlener samen met de overheid, leveranciers en verladers actief betrokken is bij het project. Cruciaal is dat zoutproducent Nobian zich heeft gecommitteerd aan transportopdrachten voor de ms Antonie. Het schip zal per afvaart circa 3850 ton zout, een equivalent van 120 vrachtwagens, geheel emissievrij vanuit Delfzijl naar de fabriek in de Botlek in Rotterdam vervoeren. Daarmee is de business case veel minder onzeker geworden. Nobian is tevens de producent van de groene waterstof die nodig is als brandstof voor de brandstofcel, dus de onzekerheid voor waterstoflevering is daarmee uit de weg geruimd.
“Zo’n waterstofproject vraagt van alle betrokken partijen een commitment van tenminste 10 jaar vanaf de ingebruikname van het schip”, aldus Brenninkmeijer. “We hebben er bovendien al 5 jaar een projectteam op zitten om de aanloop te begeleiden en dit van de grond te krijgen. Dat is nodig, want de wet- en regelgeving is er bijvoorbeeld nog niet klaar voor. Zo hebben we een ontheffing aan moeten vragen om überhaupt met een schip van 135 meter te mogen varen. Dat is namelijk een stuk langer dan gebruikelijk is op het traject tussen Delfzijl en de Botlek. Ook de diverse certificeringen en vergunningen voor alle afzonderlijke handelingen moesten we bij het aangaan van de contracten nog krijgen. Dat kost allemaal veel tijd en inspanning.”
Als het eenmaal een keer gelukt is, en andere binnenvaartondernemers en betrokkenen zien dat het niet alleen in theorie maar ook in de praktijk werkt, dan zal het volgens Brenninkmeijer ook andere partijen inspireren. Ze ziet waterstof dan ook als een alternatieve energiedrager om het transport te vergroenen. “Met dit project laten we dan toch zien dat het gewoon kán. We krijgen nu al klanten aan de lijn die hun vracht zo duurzaam mogelijk willen laten vervoeren en die zeggen: wij willen geen schip op biobrandstoffen, wij willen meteen naar waterstof of elektrisch.” Een schip op waterstof wordt gezien als duurzamer dan een schip op biobrandstof.
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Foto: begin dit jaar arriveerde het casco van de Antonie vanuit China in Rotterdam. Het waterstofsysteem is in Nederland ontwikkeld en geplaatst.
Lees ook: duitsland-nieuwe-waterstoffabriek-voor-scheepvaart-arriveert-in-cuxhaven

Nederland: Roto-Art in Tilburg wil rotatiegieten met machines op waterstof
Plannen voor de bouw van groene waterstoffabrieken volgen elkaar in hoog tempo op. Daarnaast sluit het ministerie van Economische Zaken & Klimaat de ene na de andere deal voor de toekomstige import van groene waterstof. Maar wie gaat die klimaatneutrale brandstof en grondstof straks gebruiken? Welke kansen biedt groene waterstof voor ondernemers om te verduurzamen? In een rondgang zoomen we in op de plannen van drie bedrijven. Welke ideeën en plannen hebben ze met groene waterstof? Welke dilemma’s spelen er en welke obstakels moeten nog overwonnen worden?
Lampen, korfbalmandjes, bakfietsbakken en pizzabezorgkoffers. Het zijn allemaal producten die bij Roto-Art in Tilburg worden gemaakt door middel van ‘rotatiegieten’. Dit leggen we even nader uit. Een holle matrijs wordt gevuld met kunststofpoeder, die in een oven ronddraait totdat het product in de juiste vorm gesmolten is. Na afkoeling buiten de oven is het grote voordeel van rotatiegieten zichtbaar: een product kan in één keer gegoten worden en er zijn dus geen naden zichtbaar. Zo rollen er ieder jaar tegen de 200.000 producten uit de fabriek van Roto-Art, waar 45 mensen werken.
Het productieproces heeft ook een nadeel, namelijk dat de elf ovens warm gestookt worden met aardgas. Cas Oerlemans, eigenaar en directeur van Roto-Art, vertelt dat hij jaarlijks ettelijke honderdduizenden kubieke meters gas nodig heeft. Nog wel, want hij is actief bezig om een duurzaam alternatief te ontwikkelen. Oerlemans heeft 1.600 zonnepanelen op het dak van zijn bedrijfspand liggen. “Als de zon lekker schijnt leveren die 4 tot 5 megawattuur per dag”, vertelt hij.
In theorie zou Roto-Art de ovens, die tot 250 tot 300 graden worden gestookt, ook elektrisch kunnen verwarmen. “Maar dan voldoet mijn huidige aansluiting van 700 kilowatt niet. De ovens moeten snel regelbaar zijn en dat vraagt om hele grote vermogens. Dan heb ik een aansluiting van 4 miljoen kilowatt nodig. Als ik het netwerkbedrijf om zo’n aansluiting vraag, dan ben ik over 5 of 10 jaar aan de beurt, dus dat schiet niet op.”
De chronische filevorming op het elektriciteitsnet, waardoor bedrijven nauwelijks nieuwe of grotere aansluiting kunnen krijgen, is volgens de netwerkbedrijven niet voor 2030 opgelost. Het klimaatdoel om in 2030 55 procent minder CO2 uit te stoten is wettelijk vastgelegd, maar er moet nog veel gebeuren om dat voor elkaar te krijgen. Veel bedrijven kunnen niet wachten totdat het elektriciteitsnet is uitgebreid, en kijken naar groene waterstof in plaats van elektriciteit als alternatief om te verduurzamen.
Oerlemans gebruikt de zonnestroom daarom op een andere manier: hij maakt er groene waterstof van. Roto-Art is nu in het bezit van een eigen elektrolyser, geleverd door het Nederlandse bedrijf Adsensys, met een vermogen van een kleine 20 kilowatt, die water met behulp van de eigen zonnestroom splitst in groene waterstof en zuurstof. Dat stelt het bedrijf in staat om bij één oven 20 procent waterstof bij te mengen.
Dat levert een bescheiden besparing op aardgas en dus CO2-uitstoot op. Investering: 200-duizend euro. “Dat is volgens geen enkele maatstaf rendabel”, zegt Oerlemans. “Als dat het criterium was, had ik er vorige week mee moeten stoppen. Maar ik ga ermee door, want ik wil met de toekomst bezig zijn.”
Nu is het nog behelpen, ook omdat Roto-Art zelf geen waterstof mag opslaan. “Als ik tegen de omgevingsdienst zeg dat ik mijn eigen waterstof maak én het wil opslaan, dan zien ze mij als producent, en dan gelden er strengere eisen.” Dus de zonnestroom die Roto-Art in het weekend opwekt, als de fabriek stilligt, gaat niet naar de productie van waterstof.
In de toekomst, die Oerlemans voor ogen heeft, worden al zijn ovens gevoed met 100 procent waterstof. Maar daarvoor heeft hij elektrolysecapaciteit nodig van meer dan 1 megawatt. Zulke schaalvergroting vereist dan wel een lagere prijs dan wat hij voor de eerste elektrolyser heeft betaald. “Over 3 à 4 jaar zijn de prijzen met 80 procent gedaald, zeggen ze nu. Dan wordt het interessant.”
Een alternatief is dat Roto-Art op termijn een aansluiting krijgt op het waterstofnetwerk dat Gasunie in Nederland gaat aanleggen. “Maar de grootverbruikers zullen eerst een aansluiting krijgen”, verwacht de ondernemer. “Misschien dat we hier op het bedrijventerrein de vraag naar waterstof kunnen bundelen, zodat we eerder aan de beurt komen”, filosofeert hij.
Wat Oerlemans zou helpen is meer duidelijkheid vanuit de overheid en advies over wat wel en niet is toegestaan. “Waar moet je precies aan voldoen als je waterstof wil opslaan? De regelgeving is onduidelijk. De omgevingsdienst weet ook niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Die zeggen alleen ja of nee tegen een uiteindelijk voorstel. Ik zou graag aan de voorkant helderheid willen hebben.”
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Foto links: Het Nederlandse bedrijf Adsensys heeft het waterstofsysteem geleverd waarmee Roto-Art zelf waterstof produceert

ACTUEEL: schrijf u nu in voor de Waterstof Magazine Nieuwsbrief

Schrijf u direct in via deze link.

Nederland: werkzaamheden voor nieuw waterstoftankstation bij Alkmaar afgerond
De provincie Noord-Holland heeft er weer een nieuw waterstoftankstation bij. Op het bedrijventerrein De Boekelermeer in Alkmaar is het bestaande tankstation van NXT uitgebreid met een waterstoftankinstallatie. Daarmee is dit het tweede waterstoftankstation in de provincie boven het Noorzeekanaal. Eerder opende Avia Marees in de gemeente Kolhorn een klein waterstoftankstation.
De komende maanden wordt de nieuwe tankinstallatie uitvoerig met eigen voertuigen getest. Na de zomer staat de officiële opening op het programma. Vanaf dan kunnen alle waterstofvoertuigen, zowel vrachtwagens en bussen onder 350 bar als personenauto’s onder 700 bar waterstof tanken.
De opening van het eerste waterstoftankstation is een belangrijke mijlpaal voor NXT Mobility, dat onderdeel is van GP Groot, meldt directeur Erik Metselaar. “Hoewel er in Nederland op dit moment ruim 4.100 tankstations zijn, is het aantal plekken waar waterstof getankt kan worden nog zeer beperkt. De realisatie van deze waterstoflocatie is dan ook een belangrijke stap, niet alleen voor ons eigen NXT-concept, maar ook voor de hele regio. Ons doel is om op onze tankstations een verscheidenheid aan duurzame brandstoffen en energie aan te bieden. In die mix speelt waterstof een belangrijke rol.”
Uit recente cijfers van BOVAG (Tankstation in Cijfers 2023) blijkt dat er in Nederland slechts 15 waterstoflocaties operationeel zijn. Het doel van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat is om in 2025 minimaal 50 waterstoftankstations in Nederland te hebben. Vooral voor zwaar transport – waaronder voor trucks en bussen – is waterstof een interessante optie. Waterstofvoertuigen stoten geen luchtvervuilende emissies of broeikasgassen uit. Het enige restproduct is waterdamp. De actieradius van de trucks en bussen is bovendien aanzienlijk groter dan van batterij-elektrische alternatieven. En het tanken neemt niet meer dan een paar minuten in beslag, wat een aanzienlijke tijdsbesparing oplevert in vergelijking met het opladen van batterijen.
Bij NXT Energy Hub Alkmaar wordt op termijn in de regio geproduceerde waterstof verkocht. Daarvoor heeft NXT Mobility de handen ineengeslagen met HYGRO, dat in de Wieringermeer met behulp van een windturbine groene waterstof gaat produceren.
“Zolang er geen waterstoftankstations zijn, worden er geen waterstofvoertuigen verkocht”, zegt directeur Erik Metselaar. “En als er geen waterstofvoertuigen worden verkocht, worden er geen waterstoftankstations gebouwd. Daarom ontwikkelen wij ons eigen waterstofnetwerk. Zo geven we bedrijven de mogelijkheid om te starten met rijden op waterstof en stimuleren we de transitie naar duurzame mobiliteit.”
Op de tanklocatie zijn naast waterstof onder meer (bio-)LNG en het CO2-arme dieselalternatief Neste MY Renewable Diesel verkrijgbaar. Er komen binnenkort ook snelladers voor elektrische trucks, waarmee het aanbod verder wordt uitgebreid. Het waterstoftankstation is gevestigd op het adres Diamantweg 32, 1812 RC Alkmaar
Foto: de koel- en compressiecontainers worden op hun plek getakeld in Alkmaar
Lees ook: nieuwe-europese-afspraken-over-verduurzaming-luchtvaart-met-waterstof

Frankrijk: bouw van groene waterstoffabriek in Occitanië vandaag van start
De Franse producent van groene waterstof Lhyfe begint vandaag met de bouw van een nieuwe fabriek voor groene waterstof in zuidwest Frankrijk. In de plaats Bessières, 20 kilometer ten noorden van Toulouse, wordt een fabriek van 5 MW gebouwd. Via het naastgelegen distributieplein wordt waterstof per vrachtauto de regio ingebracht. De fabriek en het distributieplein komen op een terrein van 8000m2. De waterstofhub moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verduurzamen van de mobiliteit.
De nieuwe waterstoffabriek is een belangrijk onderdeel van het H2-Corridor-project van de Franse regio Occitanië, dat is gericht op het verduurzamen van het goederen- en personenvervoer. Occitanië stelt € 5,9 miljoen ter beschikking om de oprichting van de site te ondersteunen, waarvan € 4,1 miljoen als lening en € 1,89 miljoen in de vorm van subsidies. De locatie van Lhyfe Occitanië krijgt een capaciteit van twee ton groene en hernieuwbare waterstof per dag. Dit is gelijk aan een opwekkingscapaciteit van 5 MW. De productielocatie is modulair opschaalbaar.
De Occitanië H2 Corridor maakt deel uit van een groter Noord-Zuid-Europees waterstofproject, dat tot doel heeft het goederen- en personenvervoer op de as tussen de Middellandse Zee en de Noordzee koolstofarm te maken.
Het doel van de regio voor de Occitanië H2 Corridor is om tegen eind 2024 twee installaties voor de productie van hernieuwbare waterstof te hebben, goed voor een totale productie van zes ton per dag. Er moeten zeven waterstoftankstations gebouwd worden die tussen de 600 en 1 200 kg per dag kunnen leveren aan 40 vrachtwagens op waterstof, 62 koelopleggers/-units en 15 regionale streekbussen.
Carole Delga, President, Region of Occitanië is blij met de start van de werkzaamheden: “Groene waterstof tot een van de energieën van de toekomst. Vandaag de dag is zware mobiliteit een van de grootste uitdagingen van de energietransitie. Daarom heeft het gewest het project Occitanië H2 Corridor opgestart, waarbij industrie en mobiliteit op Europees niveau worden geïntegreerd. Ik ben er trots op dat dit project hier in Occitanië wordt ontwikkeld en dat Lhyfe bijdraagt aan decarbonisatie van onze streek.”
De nieuwe fabriek van Lhyfe in zuidwest Frankrijk moet eind 2023 operationeel zijn.
Lees ook: siemens-heeft-veel-vertrouwen-in-waterstoftreinen-maar-starten-is-moeilijk

Volle zalen bij de lezingen over waterstof van Waterstof Magazine

KLIK HIER voor een boeiend en inspirerend verhaal over de weg naar emissievrij.

Japan: nieuwe topman van Toyota blijft investeren in waterstof-technologie
Onder de nieuwe Toyota-baas Koji Sato gaat de Japanse autofabrikant Toyota zich steeds meer op batterij-elektrische auto's richten, maar ook waterstoftechnologie blijft een van de speerpunten. Sato wil op het gebied van waterstof vooral breed gaan samenwerken met partners die waterstof produceren, transporteren en verbruiken. De focus ligt op het uitbreiden van de waterstofinfrastructuur en het uitbreiden van industrieën die de brandstof gebruiken. "We willen ervoor zorgen dat waterstof een haalbare optie blijft", aldus Sato.
Koij Sato zal vanaf april de grootste autofabrikant ter wereld leiden. Hij wil de groep meer focussen op batterij-elektrische auto's, maar houdt met meerdere technologieën vast aan Toyota's eerdere strategie. Het bedrijf blijft op grote schaal inzetten op hybride auto's, vergezeld van een offensief met puur elektrische voertuigen en de uitbreiding van de waterstofactiviteiten.
Sato wilde niet in detail ingaan op de doelen met waterstof. "We hebben op dit moment geen specifiek zakelijk doel". Van de waterstofauto Toyota Mirai heeft het bedrijf tot nu toe 22.000 exemplaren verkocht.
Foto: Het Japanse Kumamoto Ziekenhuis en Toyota Motor Corporation hebben de afgelopen jaren succesvol een ambulance op waterstof ontwikkeld. De brandstofcel in het voertuig kan ook stroom leveren aan apparaten in de omgeving.
Lees ook: transporteur-samskip-koopt-eerste-twee-containerschepen-op-waterstof

Nederland: nieuwe kansen voor doelgroepen-vervoer op waterstof in Den Haag
De gemeenteraad in Den Haag heeft gisteravond (donderdagavond) een motie aangenomen waarin zij het college verzoekt waterstof opnieuw toe te laten bij het vervoer van doelgroepen. De afgelopen jaren werd daarvoor de grootste waterstofvloot van Nederland ingezet. In en rond de hofstad reden meer dan vijftig taxi’s op waterstof. Bij de nieuwe aanbesteding kwam het college met de mededeling dat waterstof niet emissievrij is, omdat er veelvuldig grijze waterstof gebruikt wordt. Batterij-elektrisch was volgens de toenmalige wethouder milieuvriendelijker.
Na hevige protesten en een lobby-campagne van het H2Platform, OR (Orange Gas), waterstofpompstationhouder Kerkhof en de Stichting Bevordering Waterstofinfrastructuur (i.o.) wordt er opnieuw naar de keuze gekeken. Gisteravond heeft de gemeenteraad van Den Haag een motie aangenomen waarin zij het college verzoekt waterstof wederom in de aanbesteding doelgroepenvervoer te overwegen.
De inzet van waterstof bij de CO2-vrije energievoorziening in Nederland is zeer actueel nu deze week is gebleken dat de stroomvoorziening in steeds groteren delen van het land tegen zijn grenzen aanloopt. Dit wordt mede veroorzaakt door de vele oplaadpalen voor elektrische voertuigen die veel stroom vragen. Grote tankstations langs de snelweg die in de toekomst de complete fossiele energiestroom willen vervangen door elektriciteit hebben straks een 25MW elektriciteitsaansluiting nodig.

Verenigd Koninkrijk: Enapter wint Earthshot Prize van ZKH prins William
Het Duits, Thais en Italiaanse waterstofbedrijf Enapter heeft gisteravond in Londen de Earthshot Prize gewonnen. De milieuprijs, een initiatief van ZKH Prins William en The Royal Foundation, heeft tot doel de wereldwijde zoektocht naar de meest inspirerende en innovatieve oplossingen voor de grootste milieu-uitdagingen te stimuleren. In totaal vijf projecten over de hele wereld vielen in de prijzen. Prins William en zijn vrouw Catherine waren aanwezig, net als tal van beroemdheden als voetballer Mo Salah van Liverpool, actrice Emma Thompson en David Oyelowo. Er waren optredens van Coldplay, Yemi Alade, Shawn Mendes en Ed Sheeran. De ceremonie vond plaats in het Alexandra Palace. Enapter ging naar huis met 1,2 miljoen Euro.
Enapter Mede-oprichter Vaitea Cowan (foto rechts) was bij het bekendmaken van de shortlist, medio september, al zeer verrast. "We zijn dolgelukkig om erkend te worden door de EarthShot-prijs. De steun die we krijgen bij het opschalen van de productie van onze AEM-elektrolysers voor groene waterstof zal ons in staat stellen een nog grotere rol te spelen in het groene proces. Onze missie is om groene waterstof voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te maken door de kosten van AEM-waterelektrolyse te verlagen zodat waterstof kan concurreren met fossiele brandstoffen.”
“Onze elektrolysers zijn compacte modules die probleemloos geschakeld kunnen worden om op elke schaal groene waterstof te produceren. Ze zijn eenvoudig te installeren en, belangrijker nog, ze zijn gestandaardiseerd. Deze standaardisatie maakt ze perfect geschikt voor massaproductie, wat schaalvoordelen zal creëren om de kosten van elektrolysers enorm te verlagen en zijn daarmee toegankelijk voor iedere investeerder.”
Enapter bouwt momenteel een campus bij de Duitse stad Münster waar over twee jaar 10-duizend compacte elektrolysers per maand kunnen worden geproduceerd, schreef Waterstof Magazine eerder.

Nederland: HyDelta versnelt onderzoek naar waterstof-toepassingen
Deze week is HyDelta, een Nederlands onderzoeksprogramma gericht op het veilig inpassen van waterstof in de bestaande infrastructuur voor gastransport en distributie, officieel van start gegaan. De verschillende partners willen barrières voor innovatieve waterstofprojecten wegnemen. Het project loopt tot januari 2022 met een eventuele uitloop naar april. Innovaties die het dichtst bij markintroductie zijn worden als eerste aangepakt.
Veel partijen lopen bij de ontwikkeling in praktijk aan tegen obstakels op het terrein van vergunningen, infrastructuur of veiligheidsvoorschriften. Hierdoor komen innovatieve projecten niet van de grond of er treedt vertraging op. Het HyDelta-programma wil deze obstakels inventariseren en bezwaren wegnemen door vraagstukken te onderzoeken. De verschillende partijen binnen HyDelta richten zich op de financiering, het onderzoek en de uitvoering. De financiering wordt geregeld door de Gasunie, Netbeheer NL en TKI Nieuw Gas. Voor onderzoek en uitvoering zijn DNV GL, Kiwa, TNO en de New Energy Coalition aangesloten. Deze laatste partij zal ook als coördinator optreden.
Geselecteerde onderwerpen zijn: technische aanpassingen in het aardgasnetwerk, veiligheid bij gebruik, metering van waterstof, geur en zichtbaarheid, standaardisering/normering, ontwikkelen van educatietrajecten, de werking van bijmengverplichtingen en de economie van de waterstofwaardeketen. Voor al deze onderwerpen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij, of voortgeborduurd op, lopende en geplande internationale onderzoeken en initiatieven.
‘Dit programma is de wegbereider naar de daadwerkelijke toepassing van groene waterstof in de praktijk. Deze stap is noodzakelijk en dringend, om de vele innovaties die zich nu ontwikkelen, te kunnen versnellen en verder te brengen,’ aldus Jörg Gigler van TKI Nieuw Gas, onderdeel van de Topsector Energie.
Ondanks de vele initiatieven bevindt de ontwikkeling van een waterstofeconomie zich nog in een beginfase. Zo staan nog talloze vragen open, variërend van technische vragen rond de productie en de inpasbaarheid van waterstof in het transport- en opslagsysteem, tot vragen rond de economische en juridische aspecten ervan. HyDelta wil deze vraagstukken oplossen.

Gesprekken in Brussel over Portugees-Nederlandse waterstoffabriek
In Brussel hebben politieke leiders en hoge ambtenaren uit Portugal en Nederland verder gesproken over de realisatie van een enorme waterstoffabriek in Sines. Nabij deze Portugese havenplaats moeten grote zonnevelden komen met miljoenen zonnepanelen voor de productie van groene waterstof. Onder andere de Nederlandse Waterstofgezant Noé van Hulst en Bart Biebuyck, executive director van Fuel Cells and Hydrogen joint undertaking, zitten aan de overlegtafel. ‘We doen echter geen mededelingen over welke bedrijven bij dit initiatief betrokken zijn, dat laten we aan de bedrijven zelf over,’ meldt Van Hulst aan Waterstof Magazine
‘Het doel van de gesprekken in Brussel was om te praten over de vervolgstappen en de wijze waarop dit plan zou kunnen passen binnen de regels van de Europese Unie. Maar het is op dit moment te vroeg om daarover meer te zeggen,' aldus Van Hulst, die daar nog wel aan toevoegt dat een groep bedrijven in Portugal en Nederland al geruime tijd samengewerkt aan het creëren van een waardeketen en handelsroute. De beide regeringen hebben het initiatief verwelkomd.
‘Nederland beschouwt groene waterstof als een noodzakelijke aanvulling op elektrificatie en energie-efficiëntie met het oog op het bereiken van de afgesproken klimaatdoelen voor 2050,’ zegt van Hulst. ‘Onze berekeningen tonen echter aan dat we enorme hoeveelheden waterstof nodig hebben om te verduurzamen. En dan hebben we het over hoeveelheden die onze eigen binnenlandse productiecapaciteit de komende 10 jaar zullen overtreffen, vandaar onze belangstelling voor import,’ laat Van Hulst aan onze redactie weten. De Portugese Minister van Milieu João Matos Fernandes zegt in de media in Portugal dat het plan voor de waterstoffabriek in Sines in april zal worden ingediend. Hij garandeert dat het Portugese bedrijven het project zullen ontwerpen en bouwen.
Na afloop van de gesprekken in Brussel plaatste de Portugese staatssecretaris van Energie João Galamba de bovenstaande foto op social media. Hij staat voor de banier, met rechts naast hem Noé van Hulst en links Bart Biebuyck.

Feestelijke opening van de eerste waterstofwoning van Nederland
Onder grote belangstelling is woensdagmorgen in Stad aan ’t Haringvliet de eerste waterstofwoning van Nederland officieel geopend. Het hart van het waterstofsysteem is een Solenco Powerbox met een Italiaans design die is opgesteld in de garage. In de Powerbox zit een brandstofcel gecombineerd met een elektrolyser. Deze wordt gebruikt om van stroom -uit de 30 zonnepanelen op het dak- waterstof te maken en op een later tijdstip van dit waterstof weer stroom. De waterstofopslag bevindt zich in de tuin. In een grijze metalen kast ligt in 24 cilinders onder 30 bar maximaal 1200 liter waterstof opgeslagen. Waterstof Magazine was ter plaatse. Meer informatie over dit innovatieve project vindt u hier.