In het Afrikaanse land Tunesië groeit de weerstand tegen de bouw van grote waterstoffabrieken voor de Europese markt. De regering ziet waterstof als en toekomstig en kansrijk exportproduct, maar deze nationale strategie, die windmolens, zonnepanelen en grote hoeveelheden water nodig heeft, zorgt voor spanningen. Tegenstanders zijn van mening dat het land zijn elektriciteitsproductie in de eerste plaats voor de eigen bevolking moet inzetten en komen in opstand.
Tunesië sluit al enkele maanden overeenkomsten met voornamelijk Europese bedrijven voor de productie en exploitatie van groene waterstof, meldde Waterstof Magazine het afgelopen jaar regelmatig. Eind mei 2024 ondertekende een consortium bestaande uit het Franse bedrijf TotalEnergies en de Oostenrijkse marktleider op het gebied van elektriciteit, Verbund, nog een intentieverklaring met de Tunesische regering. Deze overeenkomst moet de export van groene waterstof naar Centraal-Europa via pijpleidingen mogelijk maken, aldus de opiniesite Africa Is a Country. In de beginfase streeft het project naar een productie van 200.000 ton per jaar, maar uiteindelijk moet dit oplopen tot 1 miljoen ton.
Maar in de Gabès, een havenstad in het zuidoosten van Tunesië, groeit de weerstand. Ongeveer twintig mensen verzamelden zich afgelopen week voor een demonstratie bij de Tunisian Chemical Group. Een paar dagen eerder waren de demonstranten in het stadscentrum met borden waarop stond: “Nee tegen groene waterstof in Gabès”, “Gwabseya Lives Matter” en “Tsjernobyl 2 in Gabès”. In een verklaring op Facebook wordt gesteld dat “na alle milieurampen die Gabès heeft meegemaakt, een nieuw koloniaal project, onder de naam ‘groene waterstof’, duizenden hectares land zal vernietigen en een beroep zal doen op onze toch al schaarse waterbronnen.”
Om aan de enorme energiebehoefte van Europa te voldoen zoek het oude continent wereldwijd naar plekken waar goedkoop en op grote schaal waterstof kan worden geproduceerd. Tunesië ligt in zo’n regio. De regering ziet goeden mogelijkheden en werkt aan een plan het land te positioneren als een centraal knooppunt in de productie van groene waterstof. Het land wil tegen 2050 meer dan 8 miljoen ton groene waterstof produceren, waarvan meer dan driekwart naar Europa zal worden getransporteerd. Tunesië moet daarvoor tegen 2050 meer dan 500.000 hectare land en 248 miljoen kubieke meter ontzilt water beschikbaar hebben.
In de cafés van de stad discussiëren inwoners heftig over de plannen. Regelmatig draait het uit op ruzie maken over het project voor een nieuwe ammoniakfabriek, een verbinding waarin waterstof voor de export moet worden opgeslagen. Ammoniak is zeer giftig en gevaarlijk. “Waarom is het altijd onze havenstad Gabès die moet betalen?”, zegt een inwoner. “Als Europeanen groene waterstof nodig hebben, laten ze die dan zelf produceren. Waarom gebruiken ze dan ons water en land?” vervolgt zijn tafelbuurman, een voormalig vakbondslid. Er ontstaan steeds meer spanningen tussen voor- en tegenstanders. En dat is nog maar het begin. Tijdens de vrijdagse gebedspreek veroordeelde een imam “opnieuw een poging om Gabès te offeren”. Op sociale media wordt dagelijks volop gediscussieerd over groene waterstof, de gemeente Gabès wordt via de sociale media regelmatig aangevallen. Regelmatig wordt de gemeente ervan beschuldigd projecten te faciliteren die de gezondheid van de inwoners in gevaar brengen.
Of er grote productielocaties voor groene waterstof bij Gabès uiteindelijk worden gebouwd zal de komende jaren moeten blijken.
Foto: twee demostranten voor een spandoek van de Ultras supportersgroep “Eagles 09” waarop staat geschreven: ‘Water bestemd voor de productie van waterstof, Gabès heeft prioriteit.
Lees ook: verenigde-staten-hyterra-begint-in-kansas-met-proefboringen-naar-witte-waterstof